Astronomie, mythen en de sterren van oude beschavingen
Het is jammer dat de mythen van oude beschavingen vaak afgedaan worden als de verzinsels van wilden en men ziet dan ook snel over het hoofd dat veel van hun mythen afkomstig zijn van hun astronomische kennis. Het beste voorbeeld hiervan vormen de Inka’s. Ofschoon ze primitief waren in hun denkvermogen en hun technologie hadden ze veel waarop de moderne beschaving jaloers kan zijn. Het gaat hier dan niet alleen om hun minerale rijkdom die door de Spanjaarden werd geplunderd, maar ook een cultuur die het aan verschillende stammen toestond om in harmonie samen te leven. Deze stammen waren verbonden door een gezamenlijk geloof dat elke stam zijn plaats binnen het rijk vertelde. Dit geloof was gebaseerd op hun studies van de sterren. De Inka’s geloofden dat elke stam van een ander sterrenstelsel afkomstig was. En net zoals de harmonische bewegingen van deze sterren leefden de Inka’s hun harmonische leven.
Het interesse van de Inka’s ging verder dan hun sociale zaken. Toen de Spanjaarden aanvielen en de Inka’s vernietigden namen zij hun welvaart in beslag en bekeerden ze hen tot het Katholieke geloof. Ook schreven de Spanjaarden veel van de mythen op. Dit heeft ervoor gezorgd dat de mythen bewaard zijn gebleven waardoor we ze in het heden kunnen bestuderen in een duidelijkere vorm dan de mythen van welke beschaving dan ook. In het boek van Dr. William Sullivan: “The secrets of the Inca’s: Myth, astronomy and the war against time” openbaart de schrijver dat deze mythen, waarvan men altijd dacht dat het verzinsels waren, hun besef van de astronomie weergeven.
In “Hamlet’s Mill: An essay on myth and the frame of time” stellen Giorgio de Santillana en Hertha von Dechend voor dat oude beschavingen van over de gehele wereld op de hoogte waren van de voortgang van de zonnewenden, een astrologisch fenomeen. Terwijl de Aarde om de Zon draait bevindt de aardas zich in een hoek van 23,5 graden ten opzichte van de equatoriale vlak van de zon. Met andere woorden, de Aarde leunt licht naar één zijde. De werking van de zwaartekracht van andere planeten binnen het zonnestelsel werpt zijn effect hoofdzakelijk af op het centrum van de Aarde, waardoor deze rechtop “getrokken” wordt. Deze werkingen zorgen ervoor dat de Aarde wiebelt terwijl de planeet draait. Deze beweging van de draai-as van de Aarde noemt men precessie.
Voor de menselijke observator is deze precessie alleen waar te nemen aan de hand van de plaatsing van de sterren, of preciezer, de plaatsing van de Aarde ten opzichte van de vastgestelde sterrenhemel. De kanteling van de Aarde blijft bijna constant hetzelfde gedurende de baan die de Aarde aflegt en daarom heeft de precessie geen waarneembaar effect op de positie aan de horizon waar de zon opkomt op welk moment van het jaar dan ook. Alleen door de achtergrond van sterren die bij zonsondergang op een gegeven datum opkomen, kon een oude astronoom de precessie observeren. Op deze manier kon hij waarnemen dat een bepaalde ster of sterrenstelsel “laat” opkwam na een bepaalde periode van tijd. De Aarde heeft ongeveer 26.000 jaar nodig om een precessionele schommeling te voltooien wat ook weer inhoudt dat er lange tijd voor nodig was om de veranderingen op te merken.
De oude beschavingen begrepen de precessie niet volledig, omdat zij geen echte kennis van de structuur van het zonnestelsel hadden. Zij wisten niet dat precessie een voortdurende cyclus was die zich iedere 26.000 jaar herhaalde, Voor hen was het een lineair fenomeen en het moet hen geleken hebben alsof de sterren de tijd volgden of zelfs dicteerden. Dit leidde waarschijnlijk tot hun geloof dat de toekomst in de sterren gelezen kon worden door hun beweging te voorspellen en door de precessie te bestuderen. Het bestuderen van de precessie, zelfs als lineaire gebeurtenis, kostte 72 jaar en kon dus niet door een enkel individu gedaan worden. De taak moest overgedragen worden aan een volgende generatie en de tot dusver verzamelde informatie moest worden overgedragen en voor dit doel werden de mythen geschreven. Door te verwijzen naar een specifieke zonnedatum zoals een zonnewende en het benoemen van een ster die bij zonsondergang opkomt, kon elke mythe een datum weergeven. In een jaar dat de precessie werd opgemerkt (iedere 72 jaar) gaf de mythe deze observatie weer. In de loop van de tijd konden er patronen worden waargenomen en de oude astronomen kregen een dieper besef over de precessie.
De ouden gebruikten ook de planeten en zo werd Saturnus, die de langste baan heeft (30 jaar) de Oude God en Vader des Tijds. We herinneren ons dit nog steeds als Vadertje Tijd of Magere Hein- de staf of zeis is het symbool van de aard-as. Men dacht van Saturnus dat hij de eigenaar van een fabriek was en dat de Aarde de slijpsteen was die door Saturnus heen en weer werd bewogen.
Dr. William Sullivan werkte deze theorieën verder uit en paste ze toe op de Inka’s. Hij decodeerde de mythen van de Andes en gebruikte daarbij drie fundamentele regels:
In de mythen worden de planeten weergegeven als goden.
In de mythen worden de sterren weergegeven als dieren.
Topografische beschrijvingen in mythen beschrijven de positie van de zon ten opzichte van de vaste sterrenhemel.
Dit laat zien hoe de beschavingen in het Andesgebied sinds 500 voor Christus beheerst werd door de sterren. Ieder onderdeel van hun leven vormde een deel van hun geloof en hun geloof was in de sterren geschrevenen. De Melkweg, die zij “Mayu” oftewel “Rivier” noemden, werd gezien als doorgang tussen de materiële wereld van de levenden, en de wereld van de goden en de doden. De door Dr. William Sullivan gedecodeerde mythen van de Andes waren gefocust op dit geloof en op de Melkweg en ze lieten ook de geschiedenis van de Inka’s zien.
In hun scheppingsmythe, bijvoorbeeld, verschijnt de God-Schepper Wiraqocha aan het Titicaca-meer. Deze met staf uitgeruste bebaarde vreemdeling schiep de Zon, Maan, Sterren en de agrarische stammen van de Andes. Wiraqocha is Saturnus (De Man met de Baard) of Vadertje Tijd. De mythe verklaart hoe, beginnend rond 200 voor Christus, de zon opkomt tijdens de zonnewenden zodat het lijkt alsof hij vanaf de Aarde gezien de Melkweg aanraakt. De “poort” naar het land der doden werd hierdoor geopend waardoor de god Wiraqocha naar de Aarde kon komen en een nieuwe tijd van voorouderaanbidding kon beginnen. Er is archeologisch bewijs voor het ontstaan van een agrarische beschaving in deze tijd.
De belangrijkste punten van de Inka geschiedenis zijn in hun mythen terug te vinden. We kunnen zelfs verwijzingen vinden naar de vernietiging van het rijk. De Inka’s gebruikten hetzelfde astronomische systeem rond 1432 om de onvermijdelijke vernietiging van de totale Andes-beschaving en het bijbehorende geloof binnen vijf generaties te voorspellen. Ze kwamen tot deze voorspelling omdat de Zon niet langer de Melkweg zou raken tijdens de zonnewenden. Ondanks pogingen om dit onheil te voorkomen konden ze de sterren niet veranderen en het staat vast dat in 1532 de Zon tijdens de zonnewende langs de Melkweg opkwam zonder deze aan te raken. Hierdoor werd de “poort” naar het dodenrijk gesloten hetgeen het einde van de Andes-beschaving inhield. Het Andes-rijk, het grootste rijk ter wereld werd succesvol aangevallen door 175 Spanjaarden.
De Inka’s hadden een complex geloof dat gebaseerd was op astronomie. Met behulp van astronomie voorspelden zijn hun toekomst en schreven zij hun verleden op. Het Andes-rijk begon toen in 200 voor Christus de Zon over de Melkweg opkwam en het eindigde in 1532 toen de Zon naliet om dit te doen en gedurende deze 1732-jarige periode werd het rijk geregeerd door de Melkweg en de sterren daar omheen.
De Inka’s waren niet de enige beschaving die dergelijke geloven en praktijken uitoefenden. Volgens Giorgio de Santillana en Hertha von Dechend in “Hamlet’s Mill: An essay on myth and the frame of time” deelden denkers in de oude beschavingen van Soemerië, Egypte, China, Midden-Amerika, India en zelfs Ierland de kennis van de precessie en ook zij hadden vergelijkbare mythen en religieuze ideeën. Dr. William Sullivan verklaart hoe de ideeën van de Inka’s overeenkomen met die van de Grieken, Romeinen, Scandinaviërs, Hopi’s en Polynesiërs. Voor de Inka’s was Saturnus de oude, bebaarde god met de staf, Venus was een mooie vrouw met golvend haar, Jupiter was de koning, Mars was de oorlogsgod en Mercurius de boodschapper. De centrale vraag is hier waarom ditzelfde idee bij zoveel verschillende beschavingen over de gehele wereld voor kwam. Van vijf continenten, van over de gehele wereld hebben we mythen die spreken van het land der doden of de onderwereld met een ingang langs het pad dat de zon aflegt als het de Melkweg kruist. Deze ingang of poort (Helgrind in de Noorse mythologie) ligt tussen de stelsels van Scorpius en Sagittarius en markeert het centrum van ons zonnestelsel. De Romeinse schrijver Virgilius zei dat dit land werd bewaakt door half-mens half-schorpioen achtige wezens (Scorpius) en de middeleeuwse dichter Dante zei dat dit land werd bewaakt door half-mens half-paard achtige wezens genaamd Centaurs (Sagittarius).
De Inka’s vierden hun riten ter ere van de doden tijdens de december zonnewenden terwijl hun stelsel van de Lama aan het opkomen was. In deze tijd, zo geloofden zij, was de toegang naar het rijk der doden open en dus konden zij feesten in de nabijheid van hun heilige voorvaderen. Voor de Polynesiërs was de Melkweg het pad waar de geesten langs reisden op weg naar de geesten-wereld en de Sump Indianen uit Nicaragua zien “Moeder-Schorpioen” in de Melkweg als einddoel voor de geesten. Als we Halloween vieren (of Allerzielen) vergeten we dat toen de Europese heidenen in dezelfde tijd deze gebeurtenissen vierden zij het openen van de poort naar het dodenrijk vieren. Tijdens Halloween bezoeken de Indianen van Centraal- en Zuid-Amerika de graven van hun geliefden en vieren feest.
Hoe komt het dat mensen van vijf continenten, uit beschavingen die zelfs geen geschreven taal hadden ontwikkeld, dezelfde ideeën hadden? Hoe werden deze ideeën gedeeld door beschavingen die zelfs niets van elkaar af wisten? Er bevindt zich een belangrijke aanwijzing in de Heilige Vallei der Inka’s. Twee Peruaanse archeologen, de gebroeders Fernando en Edgar Elorrieta, hebben ontdekt dat in deze vallei, de vallei van de Urubamba-rivier, elk van de sterrenstelsels die belangrijk waren voor de Inka’s worden weergegeven door een enorme afbeelding van het betreffende dier. Elke afbeelding beslaat een hele bergwand. Sommige zijn natuurlijk, anderen zijn gemaakt door een speciale plaatsing van agrarische terrassen, maar allen zijn er meer dan 2000 jaar. Onder de twee condor afbeeldingen (de Inka’s geloofden dat de zielen van de doden naar het hiernamaals werden gebracht door een condor) bevinden zich pre-Colombiaanse graven. Uitgesneden in een rots die over deze vallei uitkijkt herkennen we het 45 meter hoge gelaat van een bebaarde man met de kap van een priester-astronoom, het gezicht van Wiraqocha.
Wie is deze lange, bebaarde man die in het jaar 200 voor Christus naar de Andes kwam met een staf en een kap en die de Inka’s landbouwkunde en astronomie leerde? Hij kwam niet uit de Andes, want de mensen uit de Andes hebben geen baarden. Waar kwam hij dan vandaan? Het lijkt dezelfde man te zijn die landbouwkunde en astronomie leerde aan de vier andere continenten. Elk van hen herinnerde zich deze man als Vadertje Tijd en identificeerde hem met Saturnus. We kunnen rustig aannemen dat het onmogelijk dezelfde man kan zijn geweest, maar we kunnen niet ontkennen dat deze leraren van de zelfde beschaving afkomstig zijn geweest en regelmatig contact hebben met elkaar. Misschien was het een ras van ontdekkers. Dit zou zeker hun belangstelling voor astronomie verklaren omdat deze kennis nodig was voor hun reizen over land en zee tot in alle uithoeken van de wereld.
Related articles
Atlantis voorbij: Egyptische symbolen en oude technologieën
Atlantis voorbij: Egyptische symbolen en oude technologieën Oude Egyptische symbolen worden op de meest onverwachte plaatsen aangetroffen. Zijn deze oude …
Aangeboren littekens en reïncarnatie — onderzoek van Dr. Ian Stevenson
Aangeboren littekens als bewijs voor reïncarnatie Kunnen aangeboren littekens het tastbare bewijs leveren voor reïncarnatie? John Shreeve onderzoekt het werk …
Warmte-yoga (Tumo) — Tibetaanse technieken om lichaamstemperatuur te beïnvloeden
Warmte-yoga: Tumo en het beheersen van lichaamswarmte Duncan Brewer onderzoekt de krachten van sommige Tibetaanse monniken en of wij allemaal profijt kunnen …