De zeven wereldwonderen uit de klassieke oudheid
Uit de klassieke oudheid waren verschillende bouwwerken uit verschillende perioden, die alle konden worden omschreven met het woord ‘wonder’. Ze riepen bij eenieder die ze zag een gevoel van ontzag en bewondering op. Dit kwam door hun formaat (het grootste gebouw van steen), de pracht en praal (de mooiste beeldhouwwerken), het indrukwekkende vakmanschap (het grootste beeld van gegoten brons) of door een combinatie hiervan.
In de westerse wereld bestond al sinds de oude Grieken het idee dat er een definitieve lijst kon worden opgesteld van de grootste wonderen die de mens ooit had gemaakt. Herodotus schreef in de vijfde eeuw v. Chr. al over ‘de drie grootste werken die in een Grieks land kunnen worden aanschouwd’, die alledrie het werk van de bewoners van Samos waren: het tunnel aquaduct, de havendam en de tempel van Hera op het eiland Samos. Het begrip ‘zeven wereldwonderen’ gaat terug op dit idee.
De wonderen zijn ontstaan of werden bekend in de hellenistische periode, na de veroveringen van Alexander de Grote. Oudere beschavingen, zoals Egypte, Babylonië en Perzië, gingen deel uitmaken van een nieuwe, meertalige wereld waarin de Griekse cultuur de boventoon voerde en het Grieks als lingua franca diende. Nummer zeven zelf kwam waarschijnlijk uit het Nabije Oosten. Alle zeven wereldwonderen bevonden zich binnen de grenzen van de rijken die Alexander de Grote had veroverd, maar ze maakten niet allemaal deel uit van de Griekse traditie. De piramiden waren veel ouder, en ook de hangende tuinen van Babylon (of de muren van Babylon, zoals andere bronnen zeggen) hadden niets met de Grieken te maken. Die plaatsten deze bouwwerken echter naast die van henzelf, zodat ze hun eigen verrichtingen konden vergelijken met die uit de rijken die nu door Alexanders opvolgers werden bestuurd. Het wekt waarschijnlijk geen verbazing dat de Griekse culturele wapenfeiten het hoogst stonden aangeschreven. Vijf van de zeven wonderen werden gehouwen, gegoten of gebouwd door Griekse of Hellenistische kunstenaars en architecten.
Inleiding
- De piramiden van Gizeh ca. 2551 - 2472 v.Chr.
- De hangende tuinen van Babylon 605 - 562 v.Chr.
- De tempel van Artemis in Efeze ca. 550 - 325 v.Chr.
- Het beeld van Zeus in Olympia ca. 430 v.Chr.
- Het mausoleum van Halicarnassus ca. 353 v.Chr.
- De Colossus van Rhodos 294 - 282 v.Chr.
- De Pharos van Alexandrië 297 - 283 v.Chr.
Related articles
Warmte-yoga (Tumo) — Tibetaanse technieken om lichaamstemperatuur te beïnvloeden
Warmte-yoga: Tumo en het beheersen van lichaamswarmte Duncan Brewer onderzoekt de krachten van sommige Tibetaanse monniken en of wij allemaal profijt kunnen …
Superzintuigen — Synesthesie en bewustzijn
Superzintuigen Het leek zó echt dat hij het koele, ronde oppervlak kon aanraken. En het was volmaakt glad, als van een glazen pilaar. Hoewel Michael Watson wist …
Oude bezoekers van Amerika — Bewijzen van pre-Columbiaanse contacten
Oude bezoekers van Amerika — Bewijzen van pre-Columbiaanse contacten Veel mensen leerden op school dat Christopher Columbus Amerika ontdekte. Hoewel …