Waar waart de geest?

Zijn de traditionele opvattingen van de wetenschap over onze geest in strijd met paranormale verschijnselen als telepathie? Anthony North gaat op zoek naar de plek waar het zelf zetelt.

Voor Joicey Hurth, uit de Amerikaanse staat Wisconsin, leek het een middag te worden als alle andere. Haar dochter was net naar de bioscoop gegaan, zodat ze de vaat alleen moest doen. Toen ze naar buiten keek, werd Joicey plotseling bevangen door een onverklaarbare rilling, zodat ze van schrik een bord liet vallen. Verstikt van angst, sprak ze geluidloos de woorden: “Laat haar alsjeblieft niet doodgaan”. Dat was in 1995.

Op dat moment was Joiceys dochter een paar huizenblokken verderop door een auto geschept, vlak voor de bioscoop. Enkele ogenblikken later kreeg de caissière daarvan een telefoontje. Het was Joicey, die wilde weten of alles goed was met haar dochter. De caissière, die het ongeluk had zien gebeuren, kon Joicey verzekeren dat haar dochter ongedeerd was. Dat Joicey meteen op het moment dat het gebeurde wist van het ongeluk van haar dochter kan alleen door telepathie gekomen zijn: direct contact van de ene geest met de andere. Dergelijke telepathische gedachteflitsen komen veel vaker voor dan men misschien zou verwachten. In 1987 leidde een onderzoek door de universiteit van Chicago tot de slotsom dat waarschijnlijk tweederde van alle volwassen Amerikanen er ervaring mee had.

De geesten vereend.

De term telepathie is bedacht door F.W.H. Myers, een van de eerste parapsychologen. De term staat voor vormen van zuiver geestelijk contact, die van alle “spiritistische” vermogens zo ongeveer het meest bestudeerd zijn. In de jaren ‘30 begon dr. Joseph Banks Rhine van de universiteit van Duke als eerste telepathie stelselmatig te bestuderen. Zijn proefpersonen moesten proberen een van de vijf symbolen van een spel kaarten uit te zenden en te ontvangen. Het feit dat veel van zijn proefpersonen de beelden goed wisten te “raden”, met een frequentie die de mogelijkheid van toeval uitsloot, leidde tot de conclusie dat telepathie aantoonbaar effect sorteerde.

Tot meer ambitieus opgezette proefnemingen ging men over in de jaren ‘70, toen de Ganzfeld techniek beschikbaar kwam. Daarbij concentreert de “afzender” zich op een beeld dat deze wil overbrengen naar iemand die tijdelijk volledig van de buitenwereld is afgesneden. De “ontvanger” wordt geblinddoekt en krijgt een koptelefoon op waar alleen betekenisloze geluiden door te horen zijn. Met deze en soortgelijke methoden zijn Charles Honorton in de VS en dr. Carl Sargent in Cambridge in staat gebleken telepathische effecten aan te tonen.

Omdat er momenteel echter geen aannemelijke verklaring voor deze verschijnselen bestaat, worden ze in wetenschappelijke kring goeddeels genegeerd. Volgens de bestaande wetenschappelijke conventie is telepathie onmogelijk. In die opvatting is de menselijke geest de resultante van elektrochemische activiteiten binnen het brein, en kan zij derhalve nooit directe impulsen krijgen van buitenaf.

Deze zienswijze stamt uit begin jaren ‘60, toen Donald Hebb de “neuraal-connectieve hypothese” poneerde, die inhoudt dat wat zich voordoet als de geest ontstaat doordat bepaalde hersencellen, de neuronen, zich met elkaar verbinden, waardoor neuralgische stroomkringen worden gevormd. Deze circuits kunnen veranderingen ondergaan door zintuiglijke ervaringen, en daardoor ontstaat dan het geheugen.

De geest gedood.

Volgens deze hypothese is de geest niet een energie die iemand in zich draagt — als een ziel of een spirituele essentie — maar een nevenproduct van de chemische wisselwerking in het fysieke brein. Een dergelijk concept ontkent niet alleen de mogelijkheid van telepathische communicatie, maar ook dat er leven na de dood is: als het brein wordt uitgeschakeld, is de geest meteen ook verdwenen.

Nu de neuraal-connectieve hypothese de spil vormt waar al het onderzoek naar de zetel van het bewustzijn om draait, zijn onderzoekers als Francis Crick tegenwoordig bezig uit te vinden of er ook “bewustzijnsneuronen” bestaan, waarmee we de geest dan volledig zouden kunnen verklaren als een scheikundige activiteit. De naam van Crick, die samen met John Watson in 1953 het DNA ontdekte, wordt nu steeds in één adem genoemd met het fameuze Salk-instituut in Californië. Waar Crick naartoe wil werken is dat hij een theorie van het bewustzijn kan formuleren, als hij erin slaagt vast te stellen dat de neuronen van het brein wanneer de proefpersoon nadenkt allemaal dezelfde trilling vertonen. In zijn opvatting is een gedachte het resultaat van de gecombineerde werking van miljoenen afzonderlijke cellen — de neuronen. Volgens deze bewustzijnstheorie komen gedachten voort uit een complex geheel; hoe meer hersencellen iemand heeft, des te beter zal die persoon kunnen nadenken. Als deze theorie alle ons bekende functies van de geest kan verklaren, is een meer esoterische verklaring overbodig. Als de geest voortkomt uit de structuur en de innerlijke processen van het brein, kan zij niet geïnfiltreerd worden door invloeden van buiten. Daarmee zou telepathie dan verwezen worden naar het rariteitenkabinet op de rommelzolder.

Denkende cellen.

Zo simpel is het evenwel niet. In de VS heeft Stuart Hameroff, een anesthesioloog, gefascineerd geraakt door de mogelijkheden van ééncellige micro-organismen, en enkele experimenten opgezet waarmee kan worden bekeken of deze organismen wellicht over een of andere vorm van cognitief vermogen beschikken. Hij is erachter gekomen dat een simpele levensvorm als het ééncellige paramecium kan leren door een maas te glippen.

Voor zover bekend is voor een dergelijke vaardigheid de aanwezigheid van een geheugen vereist; maar als het geheugen een kwestie is van cellen die met elkaar communiceren, hoe kan een eencellig organisme dan dingen leren en onthouden? Hameroff vermoedt dat het antwoord moet liggen in de microtubulen — zeer kleine strengen van het eiwit tubulin, dat in elke cel voorkomt en dat een soort superstructuur vormt waardoor celvormen tot ontwikkeling kunnen komen. Hij gelooft dat deze deeltjes op microscopisch niveau als het ware een computer kunnen vormen, bestaande uit simpele aan/uit-schakelaars, waarmee een primitieve vorm van kennis mogelijk wordt.

Een universele geest?

De natuurkundige David Bohm stelt in Wholeness and the Implicate Order (“Het hele en de orde”) dat quantumeffecten lijken aan te geven dat het universum “holografisch” is, in die zin dat elk deel ervan een afspiegeling is van het gehele universum. Als we een dergelijk concept zouden toepassen op de geest — waarvan het eventuele bestaan zich in elk geval in het universum zou moeten voordoen — zou dat betekenen dat eenieders geest toegang zou hebben tot universele informatie. Dat zou er dan op neerkomen dat daar ook invloeden van buiten in doordringen.

Volgens deze theorieën kan ook buiten het brein om bewustzijn bestaan. Dat wordt dan eigendom van elke bestaande cel, en die cellen zouden dan heel goed de universele eigenschappen van het quantumveld kunnen versterken.

Dit wil echter niet zeggen dat de neural-connectieve hypothese onjuist is. Ongetwijfeld zou een verzameling bewustzijncellen immers gaan samenwerken, teneinde circuits tot stand te brengen die voldoende zijn doorontwikkeld om zo’n complexe levensvorm als de mens is te kunnen coördineren. De vraag is of neurale verbindingen oorzaak dan wel gevolg zijn van de denkende geest. Als het laatste het geval is, dan hebben neuraalfysiologen wel de auto herkend, maar niet de bestuurder daarvan. Wellicht dat ze spoedig zullen inzien dat een auto zonder chauffeur niet kan rijden.


Related articles

Psychokinese: van Faraday tot moderne experimenten

Psychokinese in het laboratorium Michael Faraday was in de Victoriaanse tijd de belangrijkste geleerde die experimenten uitvoerde. Terwijl moderne …

Poltergeists — rumoerige geesten of psychokinese?

Poltergeists — rumoerige geesten of psychokinese? De eerste keer dat er iets raars gebeurde, was in augustus 1992 toen het meubilair “uit zichzelf” …

Exorcisme: gevallen, medische verklaringen en kerkelijke richtlijnen

Exorcisme — gevallen, medische en kerkelijke perspectieven Verwijderen duivelbezweerders de kwaadaardige geesten uit de bezetenen, of is bezetenheid een …