Psychokinese in het laboratorium

Michael Faraday was in de Victoriaanse tijd de belangrijkste geleerde die experimenten uitvoerde. Terwijl moderne wetenschappers de wereld met een koele, rationele blik aanschouwen, ging Faraday op zoek naar de wetten van God die Hij in de structuur van het universum zelf had aangebracht. Aan het eind van zijn carrière besloot Faraday om te onderzoeken of bepaalde mediums inderdaad in staat waren om psychische energie te kanaliseren en zware voorwerpen zoals tafels en stoelen, te laten zweven. Zo begon het eerste gedocumenteerde onderzoek naar psychokinese, of PK, zoals het nu wordt genoemd.

Nadat Faraday de beweringen van de PK-mediums voorzichtig had ontkracht — hij noemde heel vriendelijk het bewegen van tafels en stoelen het gevolg van “onbewuste spierbewegingen” — werd er verder door de wetenschappelijke wereld weinig werk verricht op dit gebied. Men hield zich veeleer bezig met de spannende ontwikkelingen op het gebied van de elektriciteit, het magnetisme, de evolutietheorie en tenslotte de relativiteitstheorie en de quantummechanica. Het experimenteel onderzoek naar psychokinese werd pas in 1934 serieus hervat.

Michael Faraday.

Kansspelen

Professor J. B. Rhine was zijn academische loopbaan begonnen als plantkundige, maar werd later hoofd van het Parapsychologisch Laboratorium van Duke University in Noord-Carolina (VS). Rhine wilde graag het geval onderzoeken van een professionele gokker die beweerde dat hij het rollen van de dobbelstenen met louter zijn wilskracht kon beïnvloeden.

Hoewel de gokker geen erg goed figuur sloeg, ging Rhine verder met het ontwikkelen van experimenten met het gooien van dobbelstenen. Eerst liet hij zijn proefpersonen zelf gooien, maar later ontwierp hij er een machine voor, in de hoop dat hij mogelijke fraude kon elimineren.

Tussen 1934 en 1942 voerde Rhine 19 onderzoeken uit, waarbij hij ontdekte dat de proefpersonen neigden tot betere resultaten in de eerste fase van een sessie dan in een latere. Dat leek te wijzen op een paranormale invloed. “Tenslotte waren we er geheel van overtuigd dat het PK-effect echt bestond,” zei Rhine later.

Een paranormale Russin

In 1970 deden twee parapsychologen, Gaither Pratt en Champe Ransom PK-proeven met een Russische vrouw genaamd Nina Kulagina, die beweerde dat ze met haar PK-vermogens kleine voorwerpen kon verplaatsen.

Pratt en Ransom hadden een doosje houten lucifers meegenomen dat ze op een tafel legden waaraan Kulagina zat. Na een paar minuten “om in de stemming te komen”, strekte Kulagina haar handen uit naar het lucifersdoosje en concentreerde zich hevig. Terwijl de parapsychologen toekeken, bewoog het doosje een paar centimeter naar Kulagina toe, voordat het weer op zijn plaats terugkwam: ongelooflijk!

Kulagina leek enorme hoeveelheden energie te verbruiken terwijl ze haar PK-vermogens liet zien. Haar hartslag ging omhoog tot wel 240 slagen per minuut, en na sommige sessies was haar lichaamsgewicht soms wel met 1,5 kilo verminderd.

Sommige onderzoekers toonden zich echter niet gelukkig met de manier waarop de proeven waren gedaan. Men beweerde zelfs dat Kulagina verborgen magneten kon hebben gebruikt om het doosje te verplaatsen, of dunne draadjes, in plaats van de PK-vermogens die ze voorgaf te demonstreren.

Bij een andere benadering van onderzoek naar PK werden voorwerpen zoals munten, dobbelstenen en dergelijke, waar vroeger het meest van werd gebruikgemaakt, vervangen door allerlei elektronica die met toeval werkte. Vanzelfsprekend hadden deze proeven het voordeel dat het onmogelijk was, onder laboratoriumomstandigheden, om de elektronica te beïnvloeden anders dan door psychokinese.

Helmut Schmidt, een natuurkundige aan het Instituut voor Parapsychologie in Noord-Carolina (VS), deed als eerste onderzoek naar psychokinese met behulp van Random Number Generators (RNG’s) en Random Event Generators (REG’s), apparaten die geheel willekeurig een nummer aanwijzen of iets laten gebeuren. Schmidt legde zijn eerste proefpersoon uit wat de bedoeling was: “Dit wordt een psychokinese-experiment maar anders dan u gewend bent… Ik wil graag dat u via psychokinese probeert om de manier waarop atoomdeeltjes zich in een speciaal apparaat gedragen, te veranderen.”

J.B. Rhine.

Lepelbuigers

De proefpersoon moest zich concentreren op een cirkelvormige opstelling van negen lampjes en proberen om invloed uit te oefenen op de volgorde waarin de lampjes aangingen. Het onderzoek van Schmidt leverde resultaten op die veel beter waren dan de kans van 1 op 10 miljoen bij een gelijksoortig experiment onder normale omstandigheden. Maar nadien hebben PK-onderzoekers deze resultaten niet kunnen verifiëren.

De opkomst van de lepelsbuigers vond ook in de jaren ‘70 plaats. Deze mensen beweerden metalen voorwerpen te kunnen verbuigen door middel van hun psychokinetische vermogens. De bekendste was Uri Geller die in 1973 wereldberoemd werd door demonstraties van zijn merkwaardige vermogen om lepels te verbuigen en horloges te repareren. Ook kon hij op paranormale wijze de uitkomst voorspellen van proeven met willekeurige mogelijkheden. De welhaast hysterische manier waarop de media hiervan verslag deden, leidde tot een wildgroei van “mini-Gellers”, dat zijn mensen die plotseling hun psychokinetische vermogens ontdekten.

Professor Hasted van het Birkbeck College aan de Universiteit van Londen had Geller ontmoet, en was zo van hem onder de indruk dat hij een aantal proeven opzette om mensen met psychokinetische vermogens te testen. Dit zou vijf jaar gaan duren. Ondertussen deden dr. Brian Pamplin en dr. Harry Collins van de Universiteit van Bath hun eigen proeven met zes jonge “mini-Gellers”. Hun verslag in het gezaghebbende wetenschappelijk tijdschrift Nature, was even vermakelijk als onthullend. Het bleek dat in op één na alle gevallen op de filmopnamen te zien was hoe de kinderen vals speelden. In het uitzonderingsgeval gebeurde er helemaal niets.

Aan het eind van de jaren ‘70 hielden steeds meer universiteiten zich met onderzoek naar psychokinese bezig. Meestal waren de psychologie-faculteiten geïnteresseerd in het onderwerp, maar een belangrijke uitzondering was de School of Engineering aan de Universiteit van Princeton in de Verenigde Staten.

Het laboratorium van de Princeton Engineering Anomalies Research (PEAR) werd in 1979 opgezet door Robert Jahn, doet nog steeds onderzoek en beschikt over een van de grootste databanken op het gebied van psychokinese in de wereld. In 1985 lieten de Engelse universiteiten zien dat ze parapsychologisch onderzoek serieus wilden nemen door de instelling van de Koestler-leerstoel voor Parapsychologie aan de psychologische faculteit van de Universiteit van Edinburgh. In 1995 begon dr. Richard Wiseman met een onderzoek aan de Universiteit van Hertfordshire, net als dr. Susan Blackmore aan de Universiteit van West-Engeland.

In de meeste gevallen ontdekken de onderzoekers echter dat het niet eenvoudig is om psychokinetische vermogens te testen in laboratoriumomstandigheden.

Richard Wiseman.

Een nieuwe wetenschap

Een eerste voorwaarde voor wetenschappelijk onderzoek is dat ieder experiment in dezelfde omstandigheden moet kunnen worden herhaald. Dat is altijd een probleem geweest voor wie serieus wetenschappelijk onderzoek wil doen naar psychokinese. Het is nu eenmaal een eigenschap van psychokinetische vermogens dat ze niet in- en uitgeschakeld kunnen worden op verzoek van de onderzoekers. Zoals professor John Hasted in 1975 al opmerkte: “Psychokinetische verschijnselen kunnen over het algemeen niet worden teweeggebracht als niet iedereen die erbij betrokken is, zich ontspannen voelt.”

Misschien wordt het tijd voor psychokinese-onderzoekers om zich te ontdoen van de belemmeringen van de ouderwetse wetenschap en hun eigen wetenschappelijke methode te ontwikkelen, om zo tot een werkelijk begrip te komen van het merkwaardige verschijnsel psychokinese.


Related articles

De fantastische en vreemde geschiedenis van het oude Egypte

De fantastische en vreemde geschiedenis van het oude Egypte Piramiden en Tomben Piramiden waren een groot signaal dat aangaf waar de schatten van de …

Kolonisatie per boot: bewijs voor vroege zeevaart en kustmigraties

Kolonisatie per boot: bewijs voor vroege zeevaart en kustmigraties Onderzoek suggereert dat onze voorouders 70.000 jaar geleden de oceanen bevaarden. John …

De Illuminatie en het satanische complot voor wereldheerschappij

De Illuminatie en het satanische complot voor wereldheerschappij De Samenzweerders van de Wereld Wie controleert het geld? De pelgrims van de Heilige Michael …