Echo’s van het verleden: herinneringen aan vorige levens onder hypnose
“Zorg dat de kinderen wegkomen,” gilde Sarah. “O, hij heeft een groot… een mes geloof ik. Hij slaat me… daar komt hij… hij komt op me af”, schreeuwde Sarah. Toen werd ze stil. De hypnotherapeut vroeg de vrouw om vijf jaar verder in de tijd te gaan, maar er kwam geen reactie. Dat kon maar één ding betekenen. Sarah was dood.
Ann Dowling, een huisvrouw van middelbare leeftijd uit Liverpool, had al sinds haar jeugd last van twee steeds weer terugkomende nachtmerries. In de eerste was ze een klein meisje genaamd Sarah, alleen in een lege kamer en doodsbang; in de tweede werd ze in een donkere kelder bedreigd door een ruwe man met een mes. Hoewel beide nachtmerries vaag en onbestemd waren, voelde ze zich de dag erna altijd erg vreemd en onbehaaglijk.
Nachtmerrie-achtig verleden
Om te ontdekken wat de reden voor deze nachtmerries was, raadpleegde Ann de bekende hypnotherapeut John Keeton, die als specialiteit regressietherapie heeft.
Keetons boek The Power of The Mind (“De kracht van de geest”) verhaalt gedetailleerd hoe hij Ann onder hypnose terugvoerde naar haar vorige leven als een meisje genaamd Sarah Williams, wiens moeder was gestorven en die met haar vader, een dokwerker, aan het begin van de 19de eeuw in Liverpool woonde.
De eerste hypnosesessie trof Sarah alleen thuis nadat ze net had gehoord dat haar vader bij een ongeluk was omgekomen. Door haar snikken heen vertelde “Sarah” aan Keeton dat “Een paard me pa iets afschuweleks heb gedaan.” Ze vertelde ook hoe de buren na het nieuws over haar vaders dood al het meubilair hadden meegenomen en haar dagenlang, doodsbang, in een koude, lege kamer alleen hadden gelaten, net zoals in Anns eerste nachtmerrie.
Keeton slaagde er ook in Anns tweede nachtmerrie terug te halen. Dit keer bevond Sarah—inmiddels volwassen—zich in een smerige kelder waar ze wanhopig probeerde de aan haar zorg toevertrouwde kinderen te beschermen tegen een met een mes zwaaiende Ierse arbeider. Gedurende de ongeveer 100 uur van regressie praatte Ann, als Sarah, voortdurend met het accent en de grammatica van een arm, onopgeleid iemand uit het vroeg 19de-eeuws Liverpool. Keeton kwam er nooit achter of Sarah Williams ooit echt had bestaan, maar Ann verschafte wel veel—weinig bekende—details over het dagelijks leven aan het begin van de 19de eeuw, die alle historisch juist bleken te zijn. En of haar herinneringen nu “authentiek” waren of niet, na de eerste regressiesessie kwam geen van Ann Dowlings nachtmerries ooit terug.
Een van de eerste die ontdekte dat men onder hypnose herinneringen aan wat vorige levens lijken te zijn, kan opwekken, was de Fransman Eugène de Rochas, een luitenant-kolonel en part-time onderzoeker. De mensen op wie hij regressietherapie toepaste, gaven opmerkelijk gedetailleerde beschrijvingen van vroegere incarnaties. Er was zelfs een geval van een vrouw die, na teruggekeerd te zijn naar een leven dat ze had beëindigd door zich te verdrinken in zee, tijdens de regressie alarmerende fysieke verschijnselen van de verdrinkingsdood leek te ervaren.
Aan het begin van de jaren ‘50 begon het idee van regressie naar vorige levens op de verbeelding van het publiek te werken. In de VS was er het, met enorm veel publiciteit gepaard gaande Bridey Murphy-geval (dat later overigens enigszins in diskrediet raakte). In Engeland bracht de hypnotiseur Henry Blythe zelfs een grammofoonplaat uit met een selectie van zijn regressiesessies.
Mogelijke verklaringen
Hoe moeten we die onder hypnose opgewekte, ogenschijnlijke herinneringen aan vorige levens nu opvatten? Het meest voor de hand liggend is natuurlijk om ze te nemen voor wat ze lijken te zijn—herinneringen aan vorige levens. Maar er zijn andere theorieën die het fenomeen zouden kunnen verklaren.
De populairste uitleg schrijft herinneringen aan vorige levens toe aan iets dat bekend staat als het “Collectieve Bewustzijn”. Dit concept is afgeleid van het werk van de psycholoog Carl Jung, die beweerde dat de vroegere ervaringen van de mensheid in het onderbewuste van alle mensen zijn opgeslagen. Men gelooft dat men door middel van hypnose toegang kan krijgen tot deze enorme voorraad informatie.
Een mogelijke andere oplossing van dit raadsel is verwoord in de “Kosmisch Geheugen”-theorie, die losjes is gebaseerd op de thermodynamicawet die zegt dat energie niet kan worden gemaakt of vernietigd, alleen maar veranderd. Onze hersengolven zijn in wezen een vorm van energie. Als deze niet kan worden vernietigd, zou de “hersenenergie” van een persoon die sterft ergens anders door moeten “leven”. Er is wel eens gesuggereerd dat iemand in een trance in staat zou zijn op “de golflengte” te komen van deze “onsterfelijke” energie.
Sceptici hebben zo hun eigen ideeën over al deze theorieën. Melvyn Harris bijvoorbeeld heeft er alles aan gedaan om te bewijzen dat herinneringen aan vorige levens niets met hypnose noch met reïncarnatie te maken hebben. Zijn boek uit 1988, Not Necessarily The New Age (“Niet Noodzakelijkerwijs Het Nieuwe Tijdperk”) documenteert talloze onderzoeken naar zogenaamde herinneringen aan vorige levens.
Sceptisch onderzoek
Bij een van die onderzoeken werd aan gehypnotiseerde studenten de opdracht gegeven zich vorige levens te herinneren. Dat deden ze, en erg overtuigend. Later werden deze studenten echter opnieuw gehypnotiseerd en gevraagd de bronnen van hun kennis te onthullen. En wat bleek? Hun “herinneringen” waren slechts een mengsel van langvergeten, onbewuste herinneringen en pure verzinsels. Dit fenomeen, dat bekend staat als cryptomnesia, is het belangrijkste wapen van de sceptici. Over de capaciteit van onze hersens voor het opslaan van informatie is veel bekend. Alles wat wordt gehoord of gezien kan ergens in het onbewuste worden opgeslagen. Als hypnose ons in staat stelt om toegang te verkrijgen tot deze informatie, voeren sceptici aan, dan kunnen zeer realistisch lijkende herinneringen aan vorige levens gewoon verzonnen worden. Om deze reden is het lastig vast te stellen of er sprake is van cryptomnesia of niet.
Dit wordt onder andere geïllustreerd door het geval van Jane Evans—de “ster” uit de praktijk van de hypnotiseur Arnall Bloxham uit Wales. Onder hypnose herinnerde Evans zich een vroeger leven waarin ze de vrouw was van een Romeinse edelman in Engeland. Naast verifieerbare historische informatie, vertelde Jane ook over dingen die zelfs wetenschappers niet wisten. Het geval leek onbetwistbaar bewijs van reïncarnatie te leveren. Totdat Melvyn Harris een roman las van Louis Wohl over de Romeinse bezetting van Groot-Brittannië, zo’n 50 jaar eerder uitgegeven. Tegen de achtergrond van historische feiten vertelt het boek een verhaal dat identiek is aan dat van Jane Evans’ vorige leven. Evans’ verhaal was duidelijk een product van cryptomnesia, zei Harris, en gebaseerd op een roman waarvan ze niet meer wist dat ze hem gelezen had.
Velen zijn het echter helemaal niet eens met de beschuldiging dat alle herinneringen gebaseerd op vorige levens het gevolg zijn van cryptomnesia. Als reïncarnatie niet bestaat, zo voeren zij aan, waarom blijkt de regressietherapie dan zo effectief te zijn? Florence McClain, auteur van Past Life Regression (“Regressie naar vorige levens”), heeft zo’n 2000 regressiesessies gedaan en gelooft dat veel problemen in ons leven, zoals angsten en fobieën, het resultaat zijn van trauma’s die we in vorige levens hebben opgelopen.
Regressietherapie
In één geval paste ze regressietherapie toe op een vrouw die aan een mysterieuze angst voor vuur leed—ze kon zelfs in paniek raken als iemand een sigaret opstak. Toen de vrouw onder hypnose was en terug in een vorig leven, bleek ze destijds levend verbrand te zijn. Eenmaal uit haar trance, kon de vrouw een heel doosje lucifers aansteken. “Terwijl ze een lucifer aanstak,” herinnert McClain zich, “verscheen er een prachtige glimlach van opluchting op haar gezicht.” Het is moeilijk om op basis van de beschikbare gegevens vast te stellen of de vorige levens die men zich onder hypnose herinnert, nu wel of niet echt zijn. Aan de ene kant staan de sceptici, vastbesloten om zoveel mogelijk gevallen te ontmaskeren. Aan de andere kant hebben we de gelovers, die even overtuigende bewijzen aanvoeren. De minst bevooroordeelde visie is misschien wel die van de Engelse tv-hypnotiseur Paul McKenna: “Misschien maakt het niet uit of we regressie wel of niet kunnen bewijzen. Als iemand een probleem kan oplossen door regressie heeft deze methode beslist therapeutische waarde.”
Related articles
Automatische kunst: wie of wat stuurt de hand?
Automatische kunst: wie of wat stuurt de hand? Worden mensen die kunst maken onbewust geleid door buitenaardse geesten of is er een andere verklaring? Met …
Het geestesoog — lijnen en geoglyfen in de woestijn
Het geestesoog: lijnen en geoglyfen in de woestijn De kortste dag van het jaar naderde zijn einde en de sjamaan in de dorre woestijn ging sneller lopen. De …
Levitatie — verhalen, getuigenissen en mogelijke verklaringen
Levitatie: van goochelaars tot yogi’s Door de eeuwen heen heeft men overal versteld gestaan van het vermogen van sommige individuen om te zweven, ofwel …