Spontane Menselijke Ontbranding: het mysterie van een lichaam dat in as verandert
De brandende vraag: kan een lichaam in brand vliegen en binnen enkele minuten in as liggen? Een politieagent levert het bewijs dat dit kan.
Op een koude dag in het begin van januari 1980 werd John Heymer, een politieagent van de Afdeling voor Misdaadonderzoek, die zich bezighoudt met het onderzoeken van de plaats van de misdaad, gebeld om een “dood door verbranding” in Ebbw Vale in Gwent in Wales te onderzoeken. Toen hij het huis binnenliep verbaasde het hem dat de ruimte hitte uitstraalde en dat de atmosfeer zeer vochtig was. Het licht had een rood-oranje-achtige kleur.
Op het tapijt lag een massa schitterend witte as waarvan aan een kant twee voeten van een man in sokken lagen. Aan de andere kant lag een zwartgeblakerde schedel. Dat waren de overblijfselen van de 73 jaar oude Henry Thomas.
Brandend raadsel
Behalve tweederde van de houten leuningstoel waar Thomas in had gezeten, was er niets anders in de kamer verbrand. De oranje gloed kwam van het licht van de gloeilamp zonder kap en het daglicht die beiden werden gefilterd door een kleverige afzetting van verdampt vlees dat overal in de kamer was blijven plakken.
De mat en het onderliggende tapijt waar het lichaam op was verbrand, lagen, hoewel ze met gesmolten vet waren doorweekt, slechts enkele centimeters van het as verwijderd. Hoe kon een lichaam dat uit zo’n 45 liter water bestaat gereduceerd worden tot as terwijl zulk ontvlambaar materiaal als tapijt en een bank zo goed als onbeschadigd bleven?
Een gerechtelijk wetenschapper die daar kwam kijken bevestigde dat de leunstoel alleen op die plaatsen was verbrand waar het lichaam had gezeten. Toen de stoel in elkaar zakte, waarbij het brandende lichaam op de grond viel, brandde de stoel niet verder. De andere meubels brandden niet omdat de zuurstof in de kamer door de aanvankelijke vuurgloed snel was opgeraakt. Ook was de deur naar de kamer voorzien van isolatiemateriaal tegen tocht, waardoor er niet genoeg zuurstof was om verdere ontbranding op te wekken. Waarom bleef het lichaam dan branden tot het witte poederige as was geworden?
De gerechtelijk wetenschapper dacht dat Thomas, die niet rookte, eerst met zijn hoofd in het open kolenvuur was gevallen waarbij zijn hoofd vlam vatte. Hij zou zich toen uit het vuur teruggetrokken hebben zonder de brandende kolen, het haardstel of de stapel gekapte houtblokken in de haard te beroeren. Hij ging weer in de leunstoel zitten, strekte zijn benen uit voor de televisie en werd door verbranding om het leven gebracht.
De officiële uitspraak
De lijkschouwer Kolonel Kenneth Treasure nam deze theorie over en gaf als doodsoorzaak verbranding op. Heymer was verbluft door deze uitspraak. Hij vond dat het rapport van de lijkschouwer niet op waarheid berustte. Nadat hij het bewijsmateriaal had bekeken, was Heymer ervan overtuigd dat hij te maken had met de gevolgen van Spontane Menselijke Ontbranding. Toen hij zijn meerderen daarover inlichtte, wezen ze zijn overwegingen van de hand en beweerden dat het sterfgeval duidelijk was. Maar als Thomas in de haard gevallen was waarom ging hij dan weer in zijn leunstoel zitten in plaats van proberen de vlammen te doven? Als hij niet in de haard was gevallen, waar kwam het vuur dan vandaan? En waarom was er niets anders in de kamer verbrand toen Thomas in as werd gelegd? Spontane Menselijke Ontbranding kan een antwoord geven op al deze vragen, maar is er bewijs voor?
Een van de sterkste argumenten voor het bestaan van Spontane Menselijke Ontbranding is het feit dat zelfs de crematoria een lichaam niet geheel tot as kunnen laten verbranden. De verbrande botten van de crematie moeten in een machine vermalen worden die cremulator heet. Deze produceert as dat grijs is en niet wit. Het as van Henry Thomas was puur wit, wat aangeeft dat de hitte veel hoger moet zijn geweest dan de 900 graden Celsius bij een crematie.
De overblijfselen van Thomas zijn kenmerkend voor iets waarvan men vermoedt dat het een geval van Spontane Menselijke Ontbranding is. Toen in 1986 een gezonde man van 58 verbrandde in zijn huis in New York, waren enkele botten en 2 kg as alles wat van hem overbleef. Net als in veel andere van dit soort gevallen was niets anders in het huis aangetast.
Om lichaamsas zó fijn te kunnen maken, is een vuurhaard nodig met een temperatuur van zo’n 2500 graden Celsius. De gemiddelde huisbrand bereikt zo’n 200 graden Celsius.
Het lont-effect
In wetenschappelijke kringen denkt men Spontane Menselijke Ontbranding te kunnen verklaren aan de hand van de theorie van het lont-effect. Deze stelt dat, als een lichaam voldoende vet heeft en verpakt is in voldoende lagen ontvlambare kleding, de brandende kleren zich zullen gaan gedragen als een lont, en het vet als een kaars zal gaan branden. Als het lichaam voortdurend in contact staat met een hete vlam waarbij voldoende zuurstof aanwezig is, dan hoeft het lichaam niet eens veel vet te hebben.
In rook opgaan
Een geval met bewijzen voor het lont-effect werd in 1965 onderzocht door Professor Gee aan het Academisch Ziekenhuis te Leeds. Het betrof een vrouw van 85 jaar die in het brandende kolenvuur viel. Hoewel ze als een lont was opgebrand, vertoonden haar verkoolde resten andere kenmerken dan die van een zogenaamde Spontane Menselijke Ontbranding. “Sceptici maken de fout vol te houden dat elk geval van Spontane Menselijke Ontbranding een geval van lont-effect is,” zegt John Heymer. “Ik ben erachter gekomen dat er veel grote verschillen bestaan. In de meeste gevallen van lont-effect is het lichaam dood voordat het in contact komt met een duidelijke ontvlammingsbron. Kleren zijn sowieso ontvlambaar en verbranden zelfs tot as op delen van het lichaam die niet zijn verbrand. Daarbij heeft het brandingsproces 24 tot 48 uren nodig om het resultaat te bereiken dat op het geval van Henry Thomas lijkt.”
Heymer is wereldwijd een vooraanstaand onderzoeker van Spontane Menselijke Ontbranding. Een andere belangrijke onderzoeker is Larry Arnold, het hoofd van ParaScience International, een groep onderzoekers naar het paranormale in de Verenigde Staten. Ze hebben onafhankelijk van elkaar bewijsmateriaal verzameld, dat sterk afwijkt van het lont-effect als verklaring voor Spontane Menselijke Ontbranding. Dit bewijsmateriaal toont aan dat in bepaalde gevallen het vuur in het lichaam begint en dat de temperatuur hoog genoeg is om botten tot as te verbranden. Deze gevallen zijn niet met het lont-effect te verklaren.
Explosieve theorie
Nadat hij een oorzaak vond die aansloot bij al het bekende bewijsmateriaal, is Heymer er nu van overtuigd dat Spontane Menselijke Ontbranding uit de reactie van waterstof en zuurstof binnen het lichaam op cellulair niveau ontstaat. Een reactie uit een mengsel van waterstof en zuurstof kan genoeg hitte produceren om menselijke botten tot witte as te verbranden.
Volgens het tijdschrift New Scientist van 4 mei 1996, komt Heymer met “Het sterkste bewijsmateriaal voor dit verschijnsel”. Maar er zijn vele andere theorieën voor Spontane Menselijke Ontbranding; voor de meeste heeft Heymer geen bewijsmateriaal gevonden, zoals bliksemvuurballen, magnetische krachten en zelfs “fosforscheten” die worden veroorzaakt door ontvlamd methaan in de ingewanden. Een argument van de cynici is echter dat, wat de oorzaak ook is, nog nooit iemand van het begin tot het einde getuige is geweest van Spontane Menselijke Ontbranding en natuurlijk kunnen de slachtoffers ons hier niets meer over vertellen.
Maar er zijn veel getuigen van vuurhaarden die onverklaarbaar zijn. Een zo’n getuige is de brandweerman Jack Stacey die naar een brand werd geroepen in een bouwvallig huis in Londen. Het huis zag er niet uit alsof het vuur schade had aangericht, maar toen Stacey in het huis ging kijken, vond hij het brandende lichaam van een zwerver die plaatselijk bekend stond als Bailey.
afb.1 Binnen in de cellen zitten zogenaamde mitochondria. Deze geven energie aan het hele lichaam door het opwekken van kleine chemische reacties.
afb.2 Als één mitochondrion niet goed functioneert, zou het teveel energie kunnen vrijlaten, wat een explosie van waterstof en zuurstof teweeg brengt.
afb.3 De omringende mitochondria worden aangetast door de stortvloed van energie en exploderen ook. Zo ontstaat een kettingreactie.
afb.4 Terwijl de mitochondria exploderen, wordt de cel overspoeld en springt dan kapot. De energie die vrijkomt veroorzaakt nog een kettingreactie.
afb.5 Steeds meer cellen worden vernietigd. Binnen enkele minuten worden de spieren, organen en het vlees in as gelegd door een blauwe vlam.
Het vuur van binnen
“Er zat in zijn onderbuik een snede van 10 cm,” herinnert Stacey zich. “De vlam kwam er met kracht doorheen, net als bij een soldeerlamp.” Om de felle brand te blussen, spoot Stacey met een waterslang door het lichaam van de zwerver, hetgeen volgens hem het vuur bij de bron doofde. “Er is geen twijfel mogelijk dat het vuur binnen in het lichaam begon”, zei Stacey.
Men heeft nooit de officiële oorzaak van de brand kunnen achterhalen. Zelfs als de zwerver een brandende sigaret op zijn lichaam had laten vallen, zou dit niet genoeg zijn om zo’n verwoestende vlam te kunnen produceren.
In 1982 vloog Jeannie Saffin, een geestelijk gehandicapte vrouw, in brand terwijl ze op een houten stoel in de keuken van haar huis zat. Haar vader die vlakbij aan tafel zat, bemerkte een lichtgloed. Toen hij zich naar Jeannie omdraaide zag hij dat ze in brand stond, vooral rond haar gezicht en handen.
Jeannie schreeuwde niet en bewoog zich niet. Haar vader trok haar naar de wasbak en riep zijn schoonzoon die de keuken in rende en Jeannie zag staan met vlammen die uit haar gezicht en onderbuik sloegen. Ze blusten de vlammen, maar Jeannie stierf later in het ziekenhuis.
Het onderzoek naar Jeannie’s dood werd verdaagd zodat de politie kon vaststellen hoe ze vlam had gevat. De politieman die het onderzoek moest doen vond geen oorzaak en zo rapporteerde hij dat ook. Hij vertelde Jeannie’s familie dat hij dacht dat zij het slachtoffer van Spontane Menselijke Ontbranding was. Jeannie’s zwager, Donald Carroll, zei tijdens de lijkschouwing dat ze was gestorven aan Spontane Menselijke Ontbranding.
In de doofpot
Het is vreemd dat de autoriteiten de verhalen van twee mannen geloven die zeggen dat een geestelijk gehandicapte vrouw in brand vliegt en aan haar brandwonden overlijdt.
Heymer zegt hierover: “Als Spontane Menselijke Ontbranding niet bestaat, en als er geen andere ontbrandingsbron kan worden gevonden, dan vind ik het als politieman heel vreemd dat de mannen niet uitvoerig ondervraagd werden om er zeker van te zijn dat ze haar niet in brand hadden gestoken. Het lijkt mij een zeer eenvoudige manier om een moord te plegen: iemand dood laten branden en dan zweren dat ze spontaan ontbrandde, en de autoriteiten houden zonder bewijzen vol dat de brand een ‘ongeval’ was.”
Related articles
Waar waart de geest? — Telepathie, bewustzijn en wetenschappelijke inzichten
Waar waart de geest? Zijn de traditionele opvattingen van de wetenschap over onze geest in strijd met paranormale verschijnselen als telepathie? Anthony North …
De wortels van het bijgeloof — tradities, rituelen en volksgeloof
De wortels van het bijgeloof Als je een lepel laat vallen, krijg je dan onverwacht bezoek? Is het waar dat een klavertje vier geluk brengt of dat het dragen van …
Astraal reizen en buitenlichamelijke ervaringen (BLE's) — bewijzen en wetenschappelijke analyse
Astraal reizen en buitenlichamelijke ervaringen (BLE’s) Larry Mayer keek neer op zijn lichaam dat in een kluwen lakens gewikkeld naast zijn vrouw Mary …