Fantoompijn: het mysterie van fantoomledematen

Mike Flynn verdiept zich in een van de zeven experimenten van biochemicus en celbioloog Rupert Sheldrake: de wonderlijke fantoomledematen.

Admiraal Lord Nelson was een man die zichzelf helemaal gaf als hij een strijd aanging. Als de Britse oppercommandant van de marine tijdens de 18de-eeuwse oorlogen met Frankrijk, boekte hij talloze beroemde overwinningen. Helaas gaf Nelson op een gegeven moment echter te veel; of liever gezegd, hij moest een deel van zichzelf achterlaten. Dat gebeurde bij wat de historicus J.H. Plumb “een krankzinnige aanval op een schatschip” heeft genoemd. Het deel dat Nelson moest achterlaten, was zijn rechterarm. Zo kwam het dat Nelson in 1797 het vioolspelen opgaf en iets kreeg dat nu bekend staat als een “fantoomledemaat” — volgens hemzelf bewijs van het bestaan van zijn ziel.

Het was de Amerikaanse Burgeroorlog-chirurg Weir Mitchell die voor het eerst het woord “fantoom” in verband bracht met verloren gegane ledematen. Dat een legerarts de term heeft bedacht, ligt eigenlijk voor de hand: oorlogen hebben nou eenmaal vaak geamputeerden tot gevolg.

Enge sensatie

Een fantoomledemaat is in zekere zin de geest van de ledemaat die er ooit was. In Seven Experiments That Could Change the World legt Rupert Sheldrake uit: “Als mensen een ledemaat van vlees-en-bloed verliezen, verliezen ze niet de sensatie van die ledemaat. Het voelt echt alsof die arm of dat been er nog echt is”. Ook in het geval van andere onderdelen van het lichaam die men verliest, kan het fenomeen “fantoom” optreden.

Er zijn zelfs gevallen van ongelukkige geamputeerden die fantoomerecties hebben.

Het fantoom kan zich ook voordoen als men de sensatie verliest in een intacte ledemaat, bijvoorbeeld door een ongeluk of tijdens plaatselijke verdoving. Zoals Sheldrake meldt: “Bij een experimenteel onderzoek vroeg men aan mensen die aan een arm of hand werden geopereerd om over de verdoofde arm te blijven rapporteren, en ook om (met de ogen dicht) de positie ervan na te gaan met behulp van de andere arm. Binnen 20–40 minuten na de injectie deed het fantoom zich voor”.

Reünie van ledematen

De fantomen zaten vaak op een andere plek dan de echte ledemaat, maar zodra de patiënten hun ogen openden, kwamen ze snel weer terug. Deze reünie van het fantoom met de echte ledemaat wordt “samensmelten” of “fuseren” genoemd en vindt — verbazingwekkend genoeg — ook plaats bij artificiële ledematen, waardoor de persoon in kwestie veel van de functies die voorheen met de echte ledemaat werden uitgevoerd, nog steeds kan doen. Fantoomledematen zijn een onderdeel van de folklore geworden. Veel geamputeerden beweren veranderingen in het weer te kunnen voorspellen door willekeurige bewegingen van hun fantoomvingers of -tenen. Dit fenomeen zou natuurlijk eenvoudigweg op de proef kunnen worden gesteld door vast te stellen of de voorspellingen van de wiebelende vingers hebben geklopt, maar tot dusverre heeft niemand dat nog gedaan.

Een ander fenomeen dat kan worden getest, is dat van de band tussen het fantoom en een geamputeerde ledemaat. Er zijn talrijke goed gedocumenteerde gevallen van geamputeerde ledematen die van een afstand effect op “hun fantoom” schijnen te hebben. Een typisch voorbeeld wordt geschetst in het Amerikaanse tijdschrift Veterans of Foreign Wars. Een man die een aantal jaren eerder een vinger had verloren, klaagde tegen zijn huisarts over een pijnlijk koude sensatie in zijn fantoomvinger. De arts, die wist dat de man de geamputeerde vinger had bewaard, vroeg waar deze nu was. De man wist zeker dat de vinger zich veilig in een glazen potje in zijn moeders verwarmde kelder bevond, maar ging toch kijken. Wat bleek? In de buurt van het potje was er een raam kapot waardoor de vinger aan temperatuursveranderingen werd blootgesteld. Het glazen potje werd naar een warmere plek verplaatst en al gauw daarna verdween de pijn in de fantoomvinger. Een ander geval is dat van een 14-jarige jongen die last had van een afschuwelijk branderig gevoel in zijn geamputeerde been. Om de oorzaak te vinden, werd het been — dat onder de aarde was gestopt — tenslotte opgegraven. Het bleek vol te zitten met mieren die het op sommige plaatsen tot op het bot hadden doorgeknaagd. De pijn in het fantoombeen hield op zodra de mieren van de echte ledemaat waren verwijderd en dit op een veiliger plek was begraven.

De geest triomfeert

In beide gevallen zou kunnen worden aangevoerd dat de fantoompijn ophield omdat de patiënten geloofden dat dat zou gebeuren. Er is echter een andere theorie die het idee van “actie vanaf afstand” propageert waarbij, in het bijzonder in de quantumfysica, twee “lichamen” die fysiek van elkaar zijn verwijderd, toch effect op elkaar kunnen hebben. Er is echter weinig bewijs dat suggereert dat dit ook op het macroniveau van toepassing zou kunnen zijn.

Het interessantste aspect van het hele fenomeen is misschien wel het feit dat fantoomledematen en de sensatie van buiten het lichaam treden (BHLT) veel met elkaar gemeen hebben. Veel paranormaal begaafden beweren dat BHLT in wezen een manifestatie van een heel fantoomlichaam is.

Er zijn een paar opvallende gelijkenissen tussen de twee ervaringen: in beide gevallen is het mogelijk door ogenschijnlijk solide objecten heen te gaan en beide condities stellen iemand in staat om zich van het “normale” lichaam af te scheiden en er daarna weer mee te “fuseren”.

De wetenschap heeft een aantal theorieën naar voren geschoven die het fenomeen van fantoomledematen zouden kunnen verklaren. Een van de oudste theorieën houdt in dat het fantoom slechts een herinnering is, maar dat idee verklaart niet waarom sommige mensen zoveel pijn hebben aan fantoomledematen.

Een recentere theorie is dat de pijn in het fantoom lijkt te worden gevoeld, maar in werkelijkheid uit de hersens of het zenuwstelsel voortkomt. De exacte locatie ervan bepalen, is tot nu toe echter een probleem gebleven. De hypothese dat fantoomledematen en de ermee geassocieerde pijn worden veroorzaakt door willekeurige zenuwimpulsen in de stomp die er nog is — in het bijzonder in de neuroma’s, de knobbeltjes die zich vormen aan de zenuweinden van wat er nog van de ledemaat over is — heeft chirurgen ertoe gebracht de zenuwen vanuit die neuroma’s af te snijden om de pijn op te heffen. Deze methode heeft bij enkele patiënten de pijn tijdelijk weggenomen, maar de fantomen bleven bestaan en de pijn keerde al snel terug. Een andere theorie plaatste de oorsprong van de fantomen in het ruggemerg, maar dat wordt weer weerlegd door de talloze gevallen van paraplegielijders bij wie het ruggemerg is afgesneden en die op allerlei plekken, zoals in de lies, pijn blijven voelen.

Zwak argument

Een ander idee dat naar voren werd geschoven, was dat van parallelle, verborgen “back-up”-systemen in de hersens waaruit pijn en de sensatie dat er een ledemaat aanwezig is, zouden voortkomen. Dit idee is wetenschappelijk gezien waardeloos: de suggestie dat we gewoon op de verkeerde plaats kijken omdat de oorsprong van de pijn niet gevonden kan worden, is immers onmogelijk te weerleggen. Een zwak argument dus. Sheldrake vergelijkt de situatie met de argumenten die door middeleeuwse astronomen werden gebruikt om hun overtuiging dat de zon en de planeten rond de aarde draaiden, kracht bij te zetten en om rare fenomenen te verklaren die hun theorie tegenspraken.

De meesten van ons zijn opgevoed met het idee dat de geest een gevolg is van het feit dat we hersens hebben. Het is een naam die we geven aan dat stukje van onszelf dat al het moeilijke, abstracte denkwerk voor ons doet, zoals het trachten te beantwoorden van de vragen “Waarom besta ik?”, “Is er een God?” en “Waarom kies ik altijd de langzaamste rij in de supermarkt?” Het enfant terrible van de moderne wetenschap Rupert Sheldrake maakt zich sterk voor de zogeheten morfogenetische velden. Onder een morfogenetisch veld wordt verstaan een stelsel van eigenschappen en gedragingen van levende wezens, dat als een blauwdruk wordt bewaard in een (bovenzinnelijk) geheugen; een soort databank van alle kenmerken die een organisme bezit, inclusief fysiologie en gedrag. Volgens Sheldrake bezitten alle organismen van één soort een gemeenschappelijk morfogenetisch veld, waarmee ze ook onderling kunnen communiceren.

Morfogenetische velden zouden, zij het op zeer indirecte wijze, fantoomledematen kunnen verklaren. Sheldrake geeft toe dat hij geen directe bewijzen heeft voor het bestaan van deze velden, maar hij heeft nu een eenvoudig experiment voorgesteld betreffende de effecten van willekeurige aanrakingen dat misschien kan helpen te bepalen of ze wel of niet echt zijn. Het experiment volgt de basisprocedure zoals die is beschreven in het artikel Kijk naar je eigen over het “bekeken-worden-gevoel”. Voor het eenvoudige experiment van Sheldrake zijn twee mensen nodig, van wie één met een fantoomledemaat. De niet-geamputeerde persoon krijgt een blinddoek om en wordt zo neergezet dat hij of zij een hand over de fantoomledemaat kan halen als deze daar wordt neergezet. Deze persoon krijgt een seintje wanneer hij de fantoomledemaat moet proberen te “voelen”. Als hij meent dat de fantoomledemaat van de geamputeerde in de buurt van zijn hand is, moet hij dat melden. Daarna wordt er een verslag gemaakt van het aantal pogingen om de ledemaat te voelen en het aantal keren dat hij het bij het rechte eind had.

Objectieve effecten?

Dit mag een nogal primitief experiment lijken, maar een positief resultaat — meer dan 50% van de keren goed “gevoeld” — zou de klassieke fysica op zijn grondvesten doen schudden.


Related articles

Levitatie — verhalen, getuigenissen en mogelijke verklaringen

Levitatie: van goochelaars tot yogi’s Door de eeuwen heen heeft men overal versteld gestaan van het vermogen van sommige individuen om te zweven, ofwel …

Kronosworld.nl — Domeinnaam te koop

Kronosworld.nl — Domeinnaam te koop kronosworld.nl Een domeinnaam van Mr-Domein geeft uw online start direct een gigantische boost! Wilt u dit domein kopen of …

Handlezen — Het lot in eigen hand?

Handlezen: Het lot in eigen hand? Nu de oude kunst van het handlezen in medische kringen steeds meer op waarde wordt geschat, onderzoekt dit artikel of we de …