De Ark des Verbonds — Ethiopische claim en Hancock’s zoektocht
De Ark des Verbonds, die is bedekt met goud en twee cherubijnen met gouden vleugels die elkaar aankijken, moet een ontzagwekkend voorwerp geweest zijn. De Ark werd gebouwd om de stenen tafels in te bewaren waar God de Tien Geboden op had geschreven. De bijbel beschrijft hoe de Ark met fel brandend vuur en licht kankerachtige tumors en ernstige brandwonden aan de vijanden van Israël toebracht, bergen omver haalde, rivieren tot stilstand bracht en hele steden verwoestte. Het was het bijbels equivalent van de atoombom.
Maar tussen 900 en 500 v.Chr. verdween de Ark uit de Eerste Tempel van Jeruzalem die was gebouwd als rustplaats toen koning David Palestina veroverde en Israël vormde rond 1000 v.Chr. Omdat de bijbel niet vermeldt waar de Ark is, wordt de “verdwijning” beschouwd als een van de grootste mysteries van de bijbel. Maar niet voor de Ethiopiërs.
De waakzame bewaarder
De Ethiopische Orthodoxe Kerk vereert een relikwie dat volgens hen de ware Ark is. Deze ligt in de Heilige Maria van Zion Kerk in de stad Axum en wordt beschermd door een Bewaarder. Deze man, een Koptisch priester, bewaakt hem voortdurend en staat het nooit iemand toe de Ark te zien, zelfs niet de keizers van Ethiopië. De 20.000 overige kerken van dit land hebben een replica van de Ark in een ruimte die bekend staat als het Heiligste der Heiligheden. Een kerk die zo’n replica niet heeft, wordt als niet gewijd beschouwd.
Graham Hancock, de bestsellerauteur, hoorde in 1983 voor het eerst over deze legende toen hij een boek aan het schrijven was over Ethiopië. Het eerste verslag dat hij vond over de Ark die naar Ethiopië kwam, was geschreven in een heilig boek dat Kebra Nagast, oftewel “De Roem der Koningen”, heet.
Het boek vertelt hoe koningin Sheba in verwachting raakte van koning Salomon tijdens haar bezoek aan Jeruzalem. Bij haar terugkeer in Axum baarde ze haar zoon Menelik. Zo’n 20 jaar later bezocht Menelik Jeruzalem en verbleef een jaar aan het hof van zijn vader. Bij zijn vertrek stal hij de Ark en bracht hem naar Axum.
In 1983, tijdens zijn eerste bezoek aan Ethiopië, wilde Hancock in ieder geval de kapel in Axum bezoeken en de Bewaarder over de legende van de Ark ondervragen.
“Hij werd naar Ethiopië gebracht, naar deze heilige stad… hier is hij sindsdien gebleven”, zei de Bewaarder tegen Hancock. Zou dat waar zijn?
Feiten en fictie
Nadat hij uit Axum wegging, besloot Hancock om erachter te komen of er iets van het verhaal waar was. Aanvankelijk zag zijn onderzoek er niet veelbelovend uit. Professor Richard Pankhurst, een vooraanstaand geschiedkundige op dit gebied, vertelde Hancock dat, ofschoon de legende van Salomon en Sheba uit Ethiopië stamde, het bijna zeker is dat Sheba uit Arabië kwam.
Wat het nog lastiger maakte, was dat Axum nog niet bestond toen Menelik leefde. Het werd pas in de derde eeuw v.Chr. gebouwd, zo’n 700 jaar na zijn dood.
Hancock liet zijn zoektocht rusten, maar bleef geboeid door het feit dat er een kern van waarheid in de legende kon zitten. Zeven jaar later pakte hij zijn zoektocht naar de Ark weer op en ging naar de primaire bron van de gegevens: de bijbel.
Terwijl hij door een geavanceerde computerversie van het Oude Testament bladerde, vond hij meer dan 200 verwijzingen naar de Ark tot aan de heerschappij van Salomon (970–931 v.Chr.). De Ark werd niet meer genoemd tot 620 v.Chr. toen twee passages leken duidelijk te maken dat deze zich niet meer in de Eerste Tempel bevond. Dat wil zeggen dat er een periode is van iets meer dan 300 jaren waarin de relikwie kon zijn weggenomen.
Door gebruik te maken van de zoekfunctie in de computer, zocht Hancock naar woorden of woordenreeksen die ooit eerder bij de Ark in de tekst waren vermeld. Zijn redenering was dat, als hij deze bewoordingen tegen zou komen in de drie eeuwen dat de relikwie niet werd vermeld, dit dan sterk en indirect bewijsmateriaal zou vormen voor de verblijfplaats.
Met deze techniek kon Hancock vaststellen dat de Ark waarschijnlijk tot tenminste 701 v.Chr. in de Eerste Tempel was gebleven. Dit betekende dat deze pas kan zijn verdwenen in een relatief korte periode van 80 jaar tussen 701 en 620 v.Chr.
De Ark verdwijnt
Waarom zou hij toen zijn verdwenen? Verder onderzoek wijst uit dat de Ark tijdens de heerschappij van koning Manasseh (687–642 v.Chr.) is meegenomen. Deze zou het jodendom de rug hebben toegekeerd.
In 1990 vertelde dr. Menahem Haran van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem aan Hancock dat priesters die trouw waren aan het joodse geloof de Ark rond 650 v.Chr. uit Jeruzalem hadden weggehaald. Dit gebeurde toen koning Manasseh een heidens afgodsbeeldje in de Tempel plaatste. Omdat ze niet wilden dat de Ark door de aanwezigheid van dit afgodsbeeld onteerd zou worden, zouden de priesters hem meegenomen kunnen hebben naar een andere plaats om hem veilig te bewaren. Dr. Haran wilde niet raden naar deze andere plaats. Maar enkele weken nadat hij met Haran had gesproken, kreeg Hancock een mogelijk antwoord van Duitse archeologen die op een terrein op Elephantine, een eiland in de Nijl, aan het graven waren. Ze vertelden Hancock dat ze tijdens het graven gegevens hadden gevonden die aangaven dat een joodse tempel rond 650 v.Chr. was gebouwd door priesters die uit Manasseh waren gevlucht.
In die tijd was dit de enige joodse tempel ter wereld buiten Jeruzalem. De bijbel stelt dat de Tempel in Jeruzalem uitsluitend was gebouwd om te dienen als “een rusthuis voor de Ark des Verbonds”. Was het niet mogelijk dat de Tempel op Elephantine ook voor dit doel was bestemd?
Duitse archeologen vertelden ook dat de Tempel zo’n 200 jaar na de bouw werd vernietigd in de 5de eeuw v.Chr. door een conflict met de plaatselijke Egyptische gemeenschap. In die tijd verdwenen de joden die op Elephantine woonden. Uit niets bleek dat ze massaal waren vermoord. Het scheen dat ze gewoon waren vertrokken. De archeologen hadden geen idee waar ze naartoe zouden kunnen zijn gegaan, maar Hancock had daar zijn eigen theorieën over.
Verscholen op een eiland
In november 1989 had Hancock het Tanameer, de bron van de Blauwe Nijl in Ethiopië, uitvoerig verkend. In dit meer dat 1830 meter boven de zeespiegel ligt, bevinden zich honderden moeilijk bereikbare eilandjes. Deze vormen ideale schuilplaatsen; misschien ook voor de gevluchte joden van Elephantine?
Op de eilanden onderzocht Hancock de kloosters die er al stonden sinds de tijd van de bekering van Ethiopië naar het Christendom in 300 na Chr. Op Tana Kirkos, een van de verst gelegen eilanden, werd hem een ongewone variant op de bekende legende verteld over hoe de Ark naar Ethiopië was gekomen.
De monniken op Tana Kirkos hielden vol dat de heilige relikwie bij aankomst in Ethiopië niet meteen naar Axum was gebracht, maar allereerst naar hun eiland.
Is het mogelijk dat de joodse migranten naar het zuiden vluchtten met de relikwie, na de vernietiging van de Tempel op Elephantine? Als ze de Nijl gevolgd hadden door de woestijn van Soedan en dan de hooglanden van Ethiopië in waren gegaan, dan waren ze bij het Tanameer gekomen.
“De Heilige Ark bleef 800 jaar hier op Tana Kirkos”, vertelde een monnik aan Hancock. Later nam koning Ezana, die in de vierde eeuw na Christus Ethiopië steunde in de bekering naar het Christendom, de Ark mee naar Axum en plaatste deze in de kerk van die stad.
Het laatste stukje van de puzzel viel op zijn plaats. Als koning Ezana de Ark rond 300 na Christus uit Tana Kirkos had meegenomen naar Axum en als de Ark daarvóór 800 jaar lang op Tana Kirkos was geweest, dan moet hij ergens in de vijfde eeuw v.Chr. op het eiland in het Tana-meer zijn aangekomen. Dit was in dezelfde tijd dat de Tempel op Elephantine werd vernietigd.
Terugkeer naar Axum
In januari 1991 keerde Hancock terug naar Axum met de kennis dat in dit jaargetijde de Ark moest worden meegedragen in een religieuze processietocht tijdens de jaarlijkse viering van Timkat.
De nieuwe Bewaarder heette Gebra Mikail. Hancock vertelde hem dat hij van heel ver was gekomen in de hoop de Ark zelf te kunnen zien. “Dan spijt het mij dat uw reis tevergeefs is”, zei de Bewaarder tegen Hancock, “want u zult hem niet te zien krijgen.” Hoewel Hancock vasthoudend was, kon hij niet meer informatie loskrijgen. De laatste woorden van de Bewaarder waren: “Het verricht wonderen en het is op zichzelf… een wonder. Het is een wonder dat werkelijkheid is geworden. En dat is alles wat ik erover zeg”. De volgende avond woonde Hancock een Timkat-viering bij. De priesters droegen een omvangrijke rechthoekige kist gewikkeld in dikke blauwe doeken waar het embleem van een duif op was geborduurd. Maar de kist leek niet op de Ark uit de bijbel.
Gedurende de processie zocht Hancock de Bewaarder van de Ark, maar die week niet één moment van de kapel.
De zoektocht eindigt
Hancock’s zoektocht had acht jaar geduurd en de cirkel die begon en eindigde in Axum was rond.
Related articles
Levitatie — verhalen, getuigenissen en mogelijke verklaringen
Levitatie: van goochelaars tot yogi’s Door de eeuwen heen heeft men overal versteld gestaan van het vermogen van sommige individuen om te zweven, ofwel …
Het geestesoog — lijnen en geoglyfen in de woestijn
Het geestesoog: lijnen en geoglyfen in de woestijn De kortste dag van het jaar naderde zijn einde en de sjamaan in de dorre woestijn ging sneller lopen. De …
Kronosworld.nl — Domeinnaam te koop
Kronosworld.nl — Domeinnaam te koop kronosworld.nl Een domeinnaam van Mr-Domein geeft uw online start direct een gigantische boost! Wilt u dit domein kopen of …