Paranormale aanvallen: verhalen, voorbeelden en mogelijke verklaringen
Anthony North onderzoekt de door mystici en magiërs gepleegde paranormale aanvallen. Gaat het alleen om manipulatie van de geest of zijn er duisterder krachten?
Een volle maan scheen op de oevers van Loch Ness en belichtte de contouren van Boleskin House tegen de nachtelijke hemel. Er heerste een diepe stilte, slechts nu en dan onderbroken door het geblaf en gehuil van de bloedhonden achter het hek van hun hok. Toen gebeurde er iets vreemds. Zonder enige aanwijsbare reden verstomde het geluid van de honden.
Hun eigenaar — de beroemde goochelaar en magiër Aleister Crowley — trof de honden de volgende ochtend dood aan, alle gedurende de nacht omgekomen door een mysterieuze aandoening die geen enkel fysiek spoor had achtergelaten. De oorzaak van hun dood is nooit met zekerheid vastgesteld. Sommigen beweerden dat de dieren ’s nachts waren bezocht door de een of andere duistere kracht, maar dat wordt door anderen weer afgedaan als mystificatie en fopperij. Wel staat vast dat de dood van de honden het begin inluidde van wat een berucht “paranormaal duel” zou worden tussen Crowley en zijn rivaal in de zwarte kunst, MacGregor Mathers.
Bittere vete.
Crowley, die ooit een soort volgeling van Mathers was geweest, wilde sinds de dood van de honden niets meer met zijn vroegere meester te maken hebben. Omdat hij Mathers verantwoordelijk stelde voor het gebeuren, zo gaat het verhaal, had hij gezworen wraak te zullen nemen. Mathers was hem echter voor en deed opnieuw een meedogenloze paranormale aanval. Deze keer kreeg Crowley bezoek van een duivel in de vorm van een mooie vrouwelijke vampier. Crowley was echter niet zo makkelijk voor één gat te vangen, schijnt het, en zou zijn krachtige seksuele magie hebben gebruikt om de jonge vrouw in een afgetobd oud wijf te transformeren dat alleen nog maar weg kon hobbelen en toen in het niets verdween.
Mathers veranderde van tactiek en concentreerde zijn paranormale invloed nu op de huisbewaarder van Boleskin House, die plotseling Crowley’s vrouw, Rose, belaagde. Ze overleefde de aanval ongedeerd, maar Crowley schijnt het toen wel welletjes gevonden te hebben. Hij liet de duivel Beëlzebub komen, samen met 49 “mindere” demonen en stuurde de groep “paranormaal” naar Mathers’ appartement in Parijs. Mathers overleefde de heftige aanval, maar het paranormale duel kwam tot een einde, en Crowley was de winnaar.
In het licht van Aleister Crowley’s reputatie als verzinner van uitgekookte grappen en als een expert in het genereren van publiciteit voor zichzelf, is het gemakkelijk om dit verhaal als mystificatie af te doen. Er is echter door anderen ook vaak verslag gedaan over paranormale aanvallen en soms gaat het om een geval dat men wel serieus moet nemen.
Een voorbeeld betreft de schrijver J.B. Priestley die tijdens een diner van de Poetry Society in New York iets probeerde te verzinnen om zijn verveling te verdrijven. Hij zocht een preuts uitziende dame op een van de voorste rijen uit, wendde zich tot zijn buurman en vertelde deze dat hij de vrouw zonder dat ze iets wist, zover zou krijgen dat ze naar hem zou knipogen. Na zich een paar minuten te hebben geconcentreerd, riep Priestley uit: “Ze heeft ’t net gedaan!” De buurman had het niet gezien en was niet overtuigd, maar aan het eind van de avond hield de betreffende vrouw Priestley aan om zich te verontschuldigen. “Ik begrijp absoluut niet waarom ik het deed, het was gewoon een impuls”, zei ze. Hoewel dit incident natuurlijk iets veel minder heftig is dan het paranormale duel tussen Crowley en Mathers, is het wel een demonstratie van het basisprincipe achter paranormale aanvallen — het geloof dat iemand psychische invloed op iemand anders kan uitoefenen en zo die persoon dingen kan laten beleven of doen die uiteindelijk gênant of schadelijk voor hem of haar zijn.
De occulte literatuur staat vol met verhalen over dergelijke incidenten; veel daarvan komen uit Brazilië waar het spiritisme vaste voet aan de grond heeft en poltergeists relatief gewoon zijn. In 1973 hoorde de paranormale onderzoeker Guy Lyon Playfair over een gezin in São Paulo dat zes jaar lang door een poltergeist was geplaagd. Het gezin was al drie keer verhuisd om aan de invloed van de poltergeist te ontsnappen, maar dat had niets geholpen. Playfair bracht een aantal dagen in hun huis door en beweert in die tijd te hebben gezien hoe een krukje vanzelf de trap af buitelde, hoe een kastlade vol met kleren zichzelf uit het raam gooide en hoe een klerenkast zomaar ging branden.
Boleskin House, aan de oever van Loch Ness in Schotland, was ooit de woning van de beroemde goochelaar Aleister Crowley. Rond 1900 kreeg hij ruzie met MacGregor Mathers, zijn voormalige mentor, een ruzie die tot een boosaardig paranormaal duel tussen de twee zou hebben geleid.
Uitgebreide rituelen.
Uiteindelijk riep het gezin de hulp in van een candoble, een medicijnman. Hij concludeerde dat er sprake was van een paranormale aanval door middel van zwarte magie en hij voerde een aantal uitgebreide rituelen uit om de duivelse betovering te doorbreken.
Hierna, zo zegt Playfair, hielden de aanvallen op. Uit dit verhaal zou je op kunnen maken dat paranormale aanvallen de manifestatie zijn van de een of andere duistere kracht, die naar believen kan worden opgeroepen om onze vijanden te straffen. Er bestaat echter een veel gewoonere uitleg voor deze ogenschijnlijk bovennatuurlijke gebeurtenissen.
Psychologen zijn zich al heel lang bewust van de macht van de suggestie — dat je door iemand ervan te overtuigen dat hem of haar iets gaat overkomen, de kans dat zoiets inderdaad gebeurt veel groter maakt. Deze methode, vaak “autosuggestie” genoemd, heeft volgens sommigen aanzienlijk bijgedragen aan het succes van verscheidene religies. En als dit opgaat voor orthodoxe religieuze praktijken, dan moet het ook waar zijn voor occulte of “zwarte” rituelen. Onderzoek dat in de jaren ‘30 en ‘40 werd gedaan door de Amerikaanse journalist William Seabrook, bracht een verhaal aan het licht dat deze theorie illustreert. Het betreft de Franse pianist Jean Dupuis.
Paranormale wraak.
Volgens Seabrook had Dupuis zich bij een dubieuze magische kring gevoegd maar was hij al gauw afvallig geworden. De gekrenkte kringleden besloten door middel van een paranormale aanval wraak te nemen. Ze gaven een pop de naam van Dupuis, legden de handjes van de pop in een handschroef en trokken het ding elke dag een beetje strakker aan. Terwijl dit aan de gang was, zinspeelden de kringleden er tegenover Dupuis herhaaldelijk op dat er zwarte magie tegen hem werd gebruikt; het resultaat was dat hij angstig en nerveus werd. Toen vond hij, vlak voor een concert een briefje met een beschrijving van de pop en de handschroef. Hij ging het toneel op om te spelen, maar ontdekte dat zijn muzikale gaven hem in de steek lieten. Tenslotte moest hij de voorstelling aflasten.
Er is wel beweerd dat de “magie” die in dit geval werd gebruikt, zuiver psychologische manipulatie was. Het succes zou bijna onvermijdelijk zijn geweest. Met ander woorden, de zogenaamde paranormale aanval kwam voort uit de onbewuste en irrationele overtuigingen van Dupuis zelf. Veel onderzoekers geloven dat dit soort aanvallen allemaal op deze manier kan worden verklaard. Ze beweren dat paranormale aanvallen alleen maar effect kunnen hebben als het slachtoffer gelooft dat ze dat hebben.
Het gebruik van poppen of effigieën wordt geassocieerd met voodoo, maar maakt ook vaak deel uit van kunstvormen in Afrika.
Mysterieuze krachten?
Hoe aannemelijk deze uitleg ook moge lijken, hij gaat niet op voor het J.B. Priestley-incident. Als we het verhaal mogen geloven, kende Priestley de betreffende vrouw in het geheel niet. Kunnen we zijn succes dus beschouwen als bewijs van het feit dat er een “duistere kracht” bestaat?
In de parapsychologie is inderdaad sprake van een mechanisme dat een paranormale aanval zou verklaren. In de 18de eeuw beweerde de Weense arts Franz Anton Mesmer dat hij door middel van “mesmerisme” het onbewuste van een persoon zo kon manipuleren dat deze bepaalde, hem of haar voorgezegde woorden hardop herhaalde, ook al was Mesmer zelf niet in de buurt. Deze vorm van “hypnose op een afstand” werd later door Russische onderzoekers ontwikkeld tot wat we nu kennen als “tele-hypnose”.
In 1845 beweerde de Russische hypnotist Andrey Ivanovitch Pashkov dat hij met succes experimenten had uitgevoerd op een vrouw die op 500 km afstand woonde. Pashkov zei dat hij door middel van intense concentratie de vrouw kon bevelen in slaap te vallen en weer wakker te worden. In 1924 beweerde de Russische onderzoeker eveneens dat hij met succes controle had uitgeoefend op de geest van een vrouw die zich op 1700 km afstand bevond.
Gelijksoortige experimenten met tele-hypnose werden tussen 1880 en 1890 in Frankrijk uitgevoerd door de psychologen Pierre Janet en M. Gilbert en zeer recent, in 1978, veroorzaakte tele-hypnose zelfs bijna een internationaal incident. Dat was bij het Wereldkampioenschap Schaken, toen de Russische banneling Victor Korchnoi iemand in het publiek — ene dr. Zhoukhar — ervan beschuldigde dat hij had geprobeerd op paranormale wijze de uitslag van Korchnoi’s wedstrijd tegen de Russische schaker Anatole Karpov te beïnvloeden. Korchnoi’s beweringen werden echter niet serieus genomen, ook niet toen Karpov de wedstrijd won, zij het dan wel op de valreep.
Telepathisch verband.
Er bestaat geen definitief bewijs voor het bestaan van tele-hypnose, maar aan de andere kant is er nauwelijks verschil tussen het concept ervan en dat van telepathie. En inderdaad: als, zoals over het algemeen wordt geloofd, telepathie een bestaand fenomeen is, waarom zou men dan niet in plaats van een “gewone” telepathische boodschap een suggestie, een hallucinatie of een bevel kunnen “oversturen”?
Toch lijkt het onwaarschijnlijk dat mystici ons op deze manier naar eigen believen zouden kunnen manipuleren. Onderzoek naar hypnose heeft aangetoond dat de kans dat een hypnotische suggestie iemand tot een actie kan dwingen die hij zelf moreel verwerpt, heel klein is.
Sceptische verdediging.
Bovendien is het algemeen bekend dat de slachtoffers van paranormale aanvallen het bijgeloof achter zo’n aanval moeten accepteren voordat ze er echt door kunnen worden beïnvloed.
Het lijkt erop dat de sceptici in deze gelijk hebben als ze zeggen dat iemand moet “geloven” voordat een paranormale aanval effect kan hebben. Zij die er niet in geloven schijnen immers over een verdedigingsmechanisme — scepticisme — te beschikken dat hen tegen paranormale aanvallen beschermt.
Ongelovige “Thomassen” zijn gevrijwaard tegen iedere paranormale aanval.
Related articles
Sfinx — Geparkeerde pagina en doorverwijzing
Sfinx — geparkeerde pagina De opgegeven pagina bevat geen eigen artikelinhoud. In plaats daarvan gebruikt de pagina een frameset die naar een parkeerpagina van …
Lucide dromen en uittredingen — ervaringen en onderzoek
Lucide dromen en uittredingen Steeds meer mensen beweren in hun dromen een andere dimensie te zijn binnengetreden. Bestaat er een alternatieve werkelijkheid? …
De waarheid over de Dogon — het Sirius-mysterie ontmaskerd
De waarheid over de Dogon — het Sirius-mysterie ontmaskerd Het verhaal dat de Dogon, een stam in Mali (West Afrika) in hun geschiedenis buitengewone kennis …