Spokenjagers: hoe paranormale verschijningen worden onderzocht

Spokenjagers.

Als er in uw huis iets vreemds bovennatuurlijks gebeurt, wie belt u dan? Jenny Randles op het spoor van spokenjagers.

ghostweb.com

Linda Simpson had een heel gewoon avondje voor de televisie. Nadat ze haar driejarig dochtertje Lisa in bed had gestopt, telde ze eigenlijk de minuten tot haar man thuis zou komen van zijn optreden met een lokale band.

Plotseling hoorde ze een stem. Lisa zat op de trap; ze had rode wangen zoals zo vaak als ze met “grote mensen” praatte. Maar er waren geen volwassenen in de buurt. Het leek of Linda tegen de lucht zat te praten. Ze had het over haar vader, keek toen naar haar moeder en zei met een olijke glimlach “Zij is hier”.

Het vreemde gesprek ging nog enige minuten door. Het was een volkomen normale conversatie tussen een volwassene en een kind - behalve dan dat er geen volwassene was te horen of te zien.

Linda riep een paar keer iets tegen Lisa om haar te doen ophouden, maar het duurde een aantal minuten voordat het meisje warm tegen de leegte glimlachte en afscheid nam. Linda zette haar dochter op de bank neer; ze voelde zich niet op haar gemak omdat het kind maar naar de trap bleef kijken en dan giechelend zei: “Hij is er nog steeds”.

Een spook op bezoek.

Een paar weken later gebeurde het weer. Deze keer praatte Lisa tegen iemand in haar slaapkamer. Toen Linda haar om een beschrijving vroeg, vertelde het kind dat hij een aardige oude man met wit haar was. Hij had Lisa over haar ouders gevraagd en gezegd dat ze lief voor hen moest zijn, vooral voor Linda die volgens hem “een heel goeie mama was”. Mevrouw Simpson die zich zorgen begon te maken over de vreemde, denkbeeldige vriend van haar dochter, vroeg door. Toen Lisa uitlegde dat de man haar liefkozend “marmotje” had genoemd, werd haar moeder erg nieuwsgierig - zelf was ze in haar jeugd vaak zo aangesproken. De volgende dag haalde Linda haar fotoalbum tevoorschijn en bekeek de familiefoto’s. Met haar grootvader had ze al drie jaar geen contact gehad. Die ruzie had ze heel erg betreurd toen ze hoorde dat hij was gestorven - twee dagen voor de avond waarop Lisa voor het eerst de man op de trap had gezien en een “gesprek” met hem voerde.

Familietrouw.

Lisa keek ook naar de foto’s en wees opgewonden naar een kiekje van Linda’s grootvader. “Dat is ’m,” zei het meisje, “dat is de man die me komt opzoeken”. Lisa had hem bij leven nooit gezien en nu al twee keer - na zijn dood.

Dit is een klassiek hedendaags spookverhaal dat zich niet op een kasteel in de Victoriaanse tijd afspeelt maar eind jaren ‘80 in een heel gewoon huis in een heel gewone straat in Runcorn New Town in het noordwesten van Engeland. Het verschaft overtuigend bewijs van leven na de dood. Maar hoe zo’n paranormale gebeurtenis te onderzoeken?

In het geval van Lisa lag het heel simpel, duurde het maar kort, was er duidelijk een doel geweest en waren er geen sporen achtergelaten. Het had geen zin om naar bewijzen van deze “manifestatie” te zoeken.

Zoals zo vaak ging het allemaal om het verslag van ooggetuigen, en wetenschappers staan nou eenmaal van nature sceptisch tegenover ontmoetingen met spoken.

Maar bij veel andere “spookgevallen” is er sprake van zich herhalende fenomenen en een goede kans op het verkrijgen van echte bewijzen voor het bestaan van spoken. En dat is het moment waarop de spokenjagers — toegewijde onderzoekers van het paranormale — een rol kunnen gaan spelen.

Een van de meest door spoken bezochte gebouwen in Engeland is Chingle Hall in de buurt van Preston in Lancashire. Het werd in 1260 gebouwd door Sir Adam de Singleton en was in de 17de eeuw een toevluchtsoord voor katholieke priesters die vanwege hun geloofsovertuiging werden achtervolgd. “Priestergaten” — kleine schuilplaatsen in muren waar katholieken in gevaar zich konden verbergen — ontstonden in de eerste jaren van die 17de eeuw. John Wall, in die tijd de katholieke eigenaar van Chingle Hall, werd vanwege zijn geloof ter dood gebracht, maar later door de kerk heilig verklaard. Zijn geest en die van verscheidene priesters schijnen in dit mysterieuze huis rond te dwalen. Door de jaren heen is er melding gemaakt van vreemde blauwe lichten, herhaald geklop vanuit wat we nu weten dat een priestergat was, en wazige witte vormen die door de gang ernaast zweefden. Een van de eerste systematische onderzoeken naar deze fenomenen werd in december 1980 uitgevoerd, toen de nieuwe eigenaars aan spokenjager Terrence Whitaker toestemming gaven om zijn apparatuur in Chingle Hall te installeren.

Ook de onderzoeksgroep Northern Anomalies Research Organization (NARO) deed verscheidene onderzoeken op Chingle Hall. Tussen 22 en 26 januari 1996 bevonden zich 16 onderzoekers - onder wie professor Ray Leonard van het Institute of Science and Technology (UMIST) van de Universiteit van Manchester - zich ter plekke om toezicht te houden op activiteiten gedurende de nacht.

Daling in de temperatuur.

Naast videocamera’s en audiorecorders die op strategische plaatsen in het gebouw werden neergezet, hadden de onderzoekers ook een aantal thermometers bij zich. Dit deden ze omdat aan het rondwaren van spoken vaak een plotselinge daling in de temperatuur vooraf schijnt te gaan. De onderzoekers hoopten vast te kunnen stellen of het hier een psychologisch effect of een werkelijk fysieke anomalie betrof. Zoals een van hen, Andy Blunn, opmerkte: “Het is mogelijk dat de daling van de temperatuur wordt veroorzaakt doordat energie van hitte wordt omgezet in iets anders dat nodig is voor de paranormale gebeurtenis”.

Gedurende een van de sessies rapporteerden NARO-leden sensaties van koude en een sterke lavendelgeur, maar de thermometers gaven geen daling in de temperatuur aan. Aan de andere kant pikte een van de audio-recorders wel vage geluiden van een soort kinderkoor op, en ook met de zo vaak genoemde blauwe lichten werd succes geboekt.

Bewijs op video.

Op 26 januari bevond een aantal onderzoekers zich in de Grote Hal toen men de reflectie van een licht op de eiken balken aan het plafond opmerkte. NARO-onderzoeker Tony Cranstoun slaagde erin iets wat op een snel bewegende lichtbal leek door de videocamera vast te laten leggen.

Het door deze onderzoeksgroep uitgevoerde werk was een voorbeeld van wat je een “op de plek gericht onderzoek” zou kunnen noemen. Maar er bestaat ook “op personen gericht onderzoek”: daarvoor werd in 1982 de Association for the Scientific Study of Anomalous Phenomena (ASSAP, de “Organisatie voor de Wetenschappelijke Studie van Afwijkende Fenomenen”) opgericht. Deze is gespecialiseerd in het onderzoeken van de achtergrond van mensen die bij geestverschijningen betrokken zijn of zijn geweest. Dit houdt onder andere in dat wordt nagegaan of de betreffende persoon ooit een ervaring van “uit het lichaam treden” of/en voorspellende dromen heeft gehad of/en ooit een ufo heeft gezien. De ASSAP onderwerpt de betrokkenen ook aan psychologische testen; dit doet de ASSAP om de mensen te kunnen ontmaskeren die uit een behoefte aan aandacht of om de eenzaamheid te verlichten, net doen of er geesten in hun huis rondwaren.

De Society for Psychical Research (SPR, “Organisatie voor Paranormaal Onderzoek”) neemt eveneens psychologische aspecten in overweging, maar concentreert zich op het zoeken naar harde data waar men sceptische collega’s mee kan overtuigen. De SPR houdt veel van haar spookjagers-technieken voor zichzelf, maar heeft wel onthuld dat ze vaak ramen en deuren met een speciaal, onzichtbaar poeder bedekken dat ervoor zorgt dat menselijke wezens die de ruimte binnenkomen, altijd bewijzen van hun aanwezigheid achterlaten.

De SPR maakt ook gebruik van verborgen, zelf-activerende infrarode camera’s. Sommige onderzoekers gebruiken zelfs geavanceerde, aan een computer verbonden, sensoren die nauwkeurig en compleet verslag doen van de eventuele veranderingen in temperatuur, elektrische velden en vochtigheid in een kamer.

Het zal ongetwijfeld niet lang meer duren voordat de eerste “live” uitzending over spoken op het Internet te zien is - mogelijk vanuit een door geesten bezocht huis als Chingle Hall. Dan kunnen de kijkers in alle comfort op het moment wachten dat het paranormale realiteit wordt.

Close encounters.

Voor mevrouw Partridge uit de Midlands in Engeland kwam dat moment een beetje te gauw naar haar zin. Zij benaderde de SPR nadat ze had ontdekt dat er in haar slaapkamer een spook rondwaarde. Afgezien van het witte zwevende iets dat ’s nachts haar slaapkamer binnenkwam en op haar bed ging zitten, bewoonde mevrouw Partridge een heel gewoon “doorzon” huis in een voorstad. Mevrouw Partridge was in de eerste plaats naar haar pastoor gegaan met haar problemen. Deze stelde echter geen exorcisme voor, maar zei wel dat gebed - naast een drastische reductie van de hoeveelheid thee, koffie en alcohol die ze tot zich nam - de “duivel” zou uitdrijven. Dat gebeurde niet, ook niet toen ze de raad van haar huisarts opvolgde en “een paar nachten vroeg naar bed ging” - overigens niet zo gemakkelijk als er een verschijning op de rand van je bed komt zitten.

Toen ging onze getuige naar de SPR om haar emoties te kunnen uiten. Daar kon ze haar verhaal vertellen zonder uitgelachen te worden. De SPR vergaarde zoveel mogelijk informatie en verzekerde mevrouw Partridge er tegelijkertijd van dat haar ervaring een veel voorkomende was en dat ze geen enkel fysiek gevaar liep.

Een klassiek voorbeeld van onderzoekers die proberen een evenwicht te vinden tussen hun plicht om informatie te vergaren en zaken op te lossen en hun verantwoordelijkheid voor het welzijn van de getuige. Sommige organisaties, zoals de ASSAP, hebben regels die voorschrijven dat het welzijn van een mens belangrijker is dan welk ander aspect van een onderzoek ook.

Net zoals een arts een placebo kan voorschrijven, kunnen onderzoekers een methode voorstellen voor het verdrijven van een geest, exorcisme bijvoorbeeld, zonder te weten of de methode echt werkt. Aan de andere kant, als een ooggetuige gelooft dat een spook wel zal gaan alleen maar omdat een priester dat beveelt, dan is dat misschien wel de beste manier.

Een helpende hand.

Er valt nog steeds veel te leren over wat spoken nu echt zijn. Zowel de menselijke dimensies als de fysieke energie die in de rapporten over geestverschijningen een rol spelen, moeten nog nader worden onderzocht. Daar kunnen spokenjagers bij helpen, maar wat belangrijker is: ze kunnen de vele angstige mensen die, zonder dat ze er iets aan kunnen doen, hun leven met een echt of denkbeeldig spook moeten delen, een grote dienst bewijzen.


Related articles

Parapsychologische spionage: van Project Scanate tot Stargate

Parapsychologische spionage: Scanate, Grillflame en Stargate In 1995 beëindigde de Amerikaanse regering een project van 20 jaar waarbij geheim agenten met een …

Een domeinnaam van Mr‑Domein: een directe boost voor uw online start

Een domeinnaam van Mr‑Domein: een directe boost voor uw online start Een domeinnaam van Mr‑Domein geeft uw online start direct een gigantische boost! Een …

Kijk naar je eigen — Sheldrake's bekeken-worden-experimenten

Kijk naar je eigen Mike Flynn doet in twee afleveringen verslag van de experimenten van Rupert Sheldrake. De eerste gaat over het …