De lijkwade van Turijn: geschiedenis, kenmerken en theorieën
Achtergrond
De lijkwade van Turijn is bekend als het begrafeniskleed van Christus. Het is sinds de Middeleeuwen een religieus relikwie. Voor gelovigen was het een goddelijk bewijs van de wederopstanding van Christus en voor de twijfelaars was het een bewijs van de menselijke onnozelheid en een van de grootste grappen uit de geschiedenis van de kunst.
Niemand is in staat geweest om te bewijzen dat het daadwerkelijk het begrafeniskleed van Jezus van Nazareth is geweest, maar de spookachtige afbeelding van het gewonde lichaam van een man is bewijs genoeg voor de ware gelovigen.
De lijkwade van Turijn geeft, als hij met het blote oog gezien wordt, een negatief beeld van een man met gevouwen handen weer. Het doek is 4,95 meter lang en 107,5 cm. breed. De lijkwade draagt het beeld van een man met wonden die lijken op de wonden die Jezus opgelopen moet hebben. De lijkwade is verpakt in rood zijde en wordt bewaard in een zilveren kist die geplaatst is in de Kapel van de Heilige Lijkwade in de Kathedraal van St. Johannes de Doper in Turijn. Hier staat hij sinds 1578.
De lijkwade is werkelijk oud. Zijn historie begint in het jaar 1357, toen hij opdook in het kleine stadje Lirey, Frankrijk. Tot de recente rapporten uit San Antonio accepteerde de wetenschappelijke wereld de bevindingen van de radio-koolstof methode uit 1988. De resultaten hiervan vertelden dat de lijkwade dateerde uit de tijd tussen 1260 en 1390. Dit zou inhouden dat hij te “nieuw” is om gediend te hebben als lijkwade voor Jezus.
(Het gedeelte van de lijkwade waarop het gezicht te zien is openbaart dramatische kenmerken als men het als negatieve afbeelding bekijkt.)
(Hier een artistieke impressie van het gezicht.)
De frontale foto die we hierboven zien toont de onderarmen, polsen en handen. Er schijnt zich een grote steekwond op de pols te bevinden. Dit is betekenisvol want als er spijkers door de palmen van de handen geslagen zouden zijn, zou dit niet voldoende geweest zijn om een lichaam aan het kruis te houden en de handen zelf zouden scheuren. Alleen als men spijkers door de polsen zou hebben geslagen was het mogelijk dat het slachtoffer aan het kruis bleef hangen.
We kunnen ook een grote bloedvlek en elliptische wond op de rechterzijde van de persoon ontdekken (onthoud dat bij een negatieve afdruk links en rechts verwisseld zijn). Na bestudering van de afmeting en vorm van de wond hebben we vast kunnen stellen dat deze wond heel goed veroorzaakt kan zijn door een Romeinse lans.
Als we bovendien de hoek van het opgedroogde bloed op de pols meten, kunnen we de hoek waarin deze persoon aan het kruis hing reconstrueren. Hij hing voornamelijk in een positie van 65° ten opzichte van het horizontale vlak. Er is echter ook een ander hoek van 55° gedroogd bloed te zien. Dit zou erop kunnen duiden dat de persoon zichzelf 10° heeft proberen op te tillen. Waarom? Medische studies tonen aan dat wanneer een persoon in een hoek van 65° hangt hij al snel zal stikken. Alleen als hij zichzelf 10° op zou kunnen tillen zou hij in staat zijn om te ademen. Hij zou zich dus met behulp van zijn voeten, die aan het kruis vast gezeten moeten hebben, 10° omhoog hebben moeten duwen. Hij zou al snel uitgeput raken en terugzakken naar de 65°. Hij zou dus constant tussen deze twee martelende posities heen en weer moeten gaan gedurende de kruisiging. Dat is de reden dat de beulen bij een kruisiging de benen van de slachtoffers braken om het intreden van de dood te versnellen. Als ze zich niet met behulp van hun benen omhoog konden duwen zouden ze snel ten gevolge van verstikking omkomen.
(Deze afbeelding toont de meest waarschijnlijke positie waarin Jezus is gestorven. Deze lichaamspositie is gebaseerd op interpretaties van de bloedvlekken die aangetroffen zijn op de lijkwade.)
Theorieën betreffende de vorming van de afbeelding
De schilderij-theorie
Een theorie luidt simpelweg dat de lijkwade een schilderij is. Er is geopperd dat het geschilderd is met een mengsel van ijzeroxide en dierlijke proteïne. De wetenschappers van STURP (Shroud of Turin Research Project) hebben na studies geconcludeerd dat er geen verfsoorten, pigmenten, kleurspoelingen of vlekken zijn gevonden die verantwoordelijk kunnen zijn voor de zichtbare afbeelding. Er zijn kleine hoeveelheden ijzeroxide gevonden op de lijkwade maar het is evenredig over het hele doek verdeeld. Als er met ijzeroxide geschilderd zou zijn kun je verwachten dat de concentratie groter zou zijn op de gebieden van de afbeelding. Dit is niet het geval. Er is hier waarschijnlijk sprake van een “besmetting” die afkomstig is uit de werkplaatsen van kunstenaars die het doek in de loop der jaren hebben nagemaakt. Het is ook mogelijk dat deze kopieën op het origineel gelegd werden om de heilige waarde ervan over te brengen waardoor het origineel met het ijzeroxide in contact kwam.
Er is geen enkele kunstschilder in staat geweest om alle verschillende kwaliteiten en karakteristieken van de lijkwade te reproduceren. We hebben hier te maken met: een negatieve afbeelding, 3D-effecten, geen sporen van een kwast, perfecte anatomische details van de bloedvlekken, geseling, enzovoorts en bovendien is de afbeelding een oppervlakte fenomeen, dat wil zeggen dat de afbeelding 0,005 cm. in het doek getrokken is. Er is aangetoond dat het bloed als eerste op de lijkwade kwam en daarna de afbeelding. Probeer dat maar eens en schilder dan het lichaam. Men is er dus tot op heden niet in geslaagd om de lijkwade met al zijn karakteristieken te reproduceren. De meeste wetenschappers verwerpen dat ook de theorie van het schilderen.
De stralings-theorie
Kan de afbeelding geproduceerd zijn door een uitbarsting van straling (hitte of licht) die gedurende korte tijd het doek heeft geschoeid? Wetenschappers zijn er met deze methode ook niet in geslaagd om de karakteristieken met behulp van deze methode te dupliceren. Ook zouden de kleur en ultraviolette karakteristieken van de afbeelding op de lijkwade anders zijn als ze onder invloed van straling waren ontstaan. De afbeelding van het lichaam licht niet op onder UV-licht maar schroeivlekken uit 1532 lichten wel op. Daarom sluiten veel wetenschappers de stralingstheorie uit.
DeSalvo’s herziene Vaporgrafische-Direct Contact theorie
Er zijn andere theorieën met betrekking tot lichaamsverdampingen die zich verspreid hebben naar de lijkwade en zodoende de afbeelding geproduceerd hebben. Een andere theorie luidt dat er tijdens een direct contact proces substanties regelrecht op het doek terecht kwamen waardoor de afbeelding is ontstaan. De theorie van DeSalvo neemt beide theorieën in overweging.
De natuur heeft ons ook van een miniatuur voorbeeld voorzien van de manier waarop de afbeelding kan zijn ontstaan. Het is bekend dat als bepaald plantaardig materiaal (zoals bladeren) in een boek geplaatst worden en ze worden een aantal jaren met rust gelaten dan zal zich op de bladzijden van het boek een vage sepia kleurige afdruk van het plantaardige materiaal vormen (men noemt dit Volckringer patronen). Dr. Jean Volckringer merkte in de jaren “40 van de vorige eeuw op dat deze afbeeldingen sterke overeenkomsten vertoonden met de afbeelding van het lichaam op de lijkwade van Turijn. De afdruk van de plant is ook een negatief beeld, net als de lijkwade, en als men er een foto van maakt verschijnt er een positief beeld op het negatieve vlak.
(Volckringer patronen tonen hier hun positieve en negatieve karakteristieken.)
Men besloot deze overeenkomst verder uit te zoeken. Men dacht dat als men begreep hoe Volckringer patronen ontstonden, men ook een idee zou krijgen hoe de lijkwade was ontstaan. Met een spectrofotometer vergeleek men de kleuren van de Volckringer patronen en de afbeelding van het lichaam op de lijkwade. Met toelating van eventuele experimentele vergissingen werd aangetoond dat de kleuren van de Volckringer patronen identiek waren aan de van het lichaam op het doek. Vervolgens werden beiden onderworpen aan een onderzoek met UV-licht en men zag dat er op geen van beide iets te ontdekken viel. Hieruit kan men concluderen dat de patronen en het lichaam dezelfde UV karakteristieken hebben.
De meest opzienbarende overeenkomst was dat de Volckringer patronen net als het lichaam op de lijkwade drie dimensionaal gereconstrueerd konden worden met behulp van een zogenaamde VP-8 analysator.
(3D reconstructie van een Volckringer patroon.)
Samenvattend kan men stellen dat de lichaamsafbeelding op de lijkwade overeenkomsten met Volckringer patronen heeft op de volgende gebieden: negativiteit, zichtbare kleurkarakteristieken, UV fluorescentie en 3D reconstructie.
Volckringer patronen worden geproduceerd als zuren van de plant naar het papier doorlekken waardoor cellulose degradatie (oxidatie) wordt veroorzaakt. Het meest belangrijke plantenzuur bij dit proces is lactisch zuur. Wat zou lactisch zuur met het proces van het vormen van de lichaamsafbeelding op de lijkwade te maken hebben? Menselijk zweet bevat een bepaalde hoeveelheid lactisch zuur. Een persoon die gemarteld en gekruisigd is zou bovenmatig gezweet hebben en medische studies hebben aangetoond dat dit soort zweet een zeer sterke concentratie lactisch zuur bevat. Dit zou er dus de oorzaak van kunnen zijn dat de lichaamsafbeelding op het doek terecht kwam. Het lactische zuur zou op het doek terecht zijn gekomen door direct contact en door verticale diffusie. Deze twee processen zouden dus gezorgd hebben dat de beeltenis op het doek kwam. Lichaamsdelen, zoals de neus, die het doek raakten zouden het lactische zuur door direct contact hebben verspreid. In gebieden die iets verder van het doek lagen, zoals de wangen, zou het zuur zich door diffusie hebben verspreid. Vervolgens zou het zuur de cellulose in het linnen hebben aangetast en zodoende het lichaam hebben gevormd. Het zou kunnen zijn dat er in het begin geen afbeelding op het doek te zien was, maar dat de afbeelding ontstaan is door het jarenlang inwerken van het zuur. Dit is ook het geval met bladeren in een boek. Ook deze theorie beantwoordt niet alle vragen. Een van de problemen is dat de afbeelding op de lijkwade een oppervlakte fenomeen is en de Volckringer patronen zijn dat niet. Deze dringen immers IN het papier. Ook zou de hoge resolutie waarmee het lichaam is afgebeeld niet mogelijk zijn geweest als het zuur zich door middel van diffusie zou hebben verspreid. Zodoende zit men nog steeds met een enorm aantal vragen en er is dan ook nog een hoop onderzoek te doen. Er is tot op de dag van heden nog geen enkele theorie die kan verklaren hoe de afbeelding is ontstaan.
Lijkwade van Turijn of C14
Kies er maar een uit! Een is er waar, de andere is vals.
Of de lijkwade van Turijn is een vervalsing en de C14-methode is een accurate manier om de ouderdom te bepalen…
Of, de lijkwade van Turijn is het begrafeniskleed van Jezus Christus en de C14-methode is geen accurate manier om de ouderdom te bepalen.
Alles aan de lijkwade roept de waarheid: Het gebruikte materiaal werd 2000 jaar geleden in het Heilige Land gebied gebruikt voor begrafeniskleden. Er is een wond te zien in het borstgebied. Op de rug bevindt zich het exacte aantal zweepslagen zoals het in de Bijbel vermeldt wordt. Religieuze portretten van stigmata zijn niet accuraat als ze wonden vertonen in de handpalmen. Spijkers die de wonden in de handpalmen zouden veroorzaken zijn niet in staat om het lichaam aan het kruis te houden. Proeven op kadavers hebben aangetoond dat de botten in de hand niet sterk genoeg zijn om een lichaam te dragen. De spijkers zouden door de botten heen scheuren en het lichaam zou vallen. Op de lijkwade bevinden de wonden zich op de polsen. Dit punt is wel sterk genoeg om een lichaam te dragen. Een religieuze vervalser, die een nep lijkwade maakt zou de wonden in de handen plaatsen… en niet in de polsen. De doornkroon was geen ronde krans zoals we op religieuze portretten zien maar een hoed gemaakt van doorntakken. De bloedsporen op de lijkwade zijn logisch te noemen, zij komen overeen met de wetten der zwaartekracht. Maar… waarom is er eigenlijk bloed te zien als het lichaam werd gewassen en daarna verpakt in doeken en het feit dat er uit een lijk geen bloed vloeit.
Het meest verbazingwekkende bewijs voor de realiteit van de lijkwade is dat het een fotografisch negatief is. Secondo Pia was degene die de lijkwade voor het eerst fotografeerde.
(Secondo Pia)
(Het altaar met de heilige lijkwade in 1898, zoals gefotografeerd door S. Pia.)
De Italiaan fotografeerde deze vage afbeelding op een licht-gekleurd materiaal. Tot zijn grote verrassing ontdekte Pia toen hij de negatieven onderzocht dat er een positieve afbeelding te zien was! Door de negatieve afbeelding te fotograferen maak je hem positief. De vage afbeelding werd een lichte afbeelding tegen een zwarte achtergrond. Er kwamen details naar voren die de kijkers verbaasden en die de raadsels rond de lijkwade vergrootten.
Wat heeft dit negatief kunnen maken? Het was zeer zeker geen namaak relikwie gemaakt door een kunstenaar. Sommigen zeggen dat de afbeelding de wederopstanding van Christus uitbeeldt. Anderen zeggen dat de afbeelding is ontstaan door schroeiing ten gevolge van straling. Er zijn rapporten dat er na de bom op Hiroshima glasscherven gevonden zijn met de negatieve afbeeldingen van menselijke gezichten. Dit zouden mensen zijn geweest die met hun gezicht naar het glas stonden toen de atoombom ontplofte. Straling veroorzaakt een negatieve afdruk.
Wat is het dat wetenschappers vertelt dat de lijkwade van Turijn een vervalsing is? Antwoord: C14. Zijn we er dan zo zeker van dat de C14-methode accuraat is? De wetenschap heeft een onderschatting nodig voor vele oude mysteries die ons verbazen en die niet in het traditionele stramien passen. Op dezelfde manier heeft de wetenschap een Steen van Rosetta nodig zodat ze kunnen denken dat ze iets begrijpen wat niet te begrijpen is. Mysterieuze voorwerpen zijn vaak veel ouder dan de C14-methode aangeeft. Traditionele wetenschappers zeggen dat er een geleidelijke vooruitgang op het gebied van kennis en technologie was; in het verleden was het primitief en in de moderne tijd is het… geavanceerd. Alles wat deze bekrompen beredenering verstoord wordt niet geaccepteerd. De C14-methode past perfect in dit scenario.
De waarheid is dat de mysterieuze relikwieën van het verleden zelfs nog mysterieuzer zijn. De waarheid is dat je de C14 datering moet nemen en die met minstens 3 moet vermenigvuldigen.
De lijkwade werd getest met de C14-methode en de rest is geschiedenis. Nu gelooft de wetenschappelijke wereld niet meer de het Turijnse relikwie omdat hun heilige maatstaf vertelde dat het doek maar 600 tot 700 jaar oud was. Van wetenschappers verwacht men dat ze voor alles open staan en niet dat ze vastzitten aan hele boekwerken met onveranderlijke principes. Misschien zijn er zaken die we een klein beetje geloof tegemoet moeten treden.
Related articles
Het mysterie van het wichelroedelopen
Het mysterie van het wichelroedelopen Wichelroedelopen is waarschijnlijk het enige paranormale gebied van commercieel belang. Het is van praktisch nut en het …
Pre-Columbiaanse offerrituelen in Andes en Meso-Amerika
Pre-Columbiaanse offerrituelen in Andes en Meso-Amerika Introductie Machu Picchu (figuur 1) werd door Professor Hiram Bingham ooit “de verloren stad der …
Poltergeists — rumoerige geesten of psychokinese?
Poltergeists — rumoerige geesten of psychokinese? De eerste keer dat er iets raars gebeurde, was in augustus 1992 toen het meubilair “uit zichzelf” …